Ik heb dit voor mezelf uitgezocht, is een beetje lang om te lezen misschien. Daarom in 2 regels even waar mijn antwoord op neerkomt:
=> Met geest wordt eigenlijk ‘het primaire bewustzijn’ bedoeld, met ziel ‘datgene wat het gevoel bevat’, ‘het gevoelsleven’.
---
Om de woorden 'geest' en 'ziel' te begrijpen moet je misschien wat in de geschiedenis duiken. Vroeger dacht men op een iets andere manier als nu. Men ging van de 4 elementen uit in filosofie (bijv oude Grieken), astrologie en godsdienst. Zie bijv. visioen van Ezechiël in de bijbel. Dit vind je tegenwoordig nog terug in bijv. de astrologie, tarot, 4 hoofdwindrichtingen, 4 dagdelen en seizoenen.
Het element vuur (= levensenergie, spirit) was dan 'geest'; het element water (= gevoelsleven) was 'ziel'. Het element lucht stond voor het denken, de ideeënwereld. En het element aarde voor het lichaam van de mens.
(vuur, water, lucht) = (geest, ziel, denken) = de menselijke geest.
(aarde) = het menselijk lichaam.
Maar het woord geest wordt op 2 manieren gebruikt: Niet alleen voor de menselijke geest (geest, ziel, lichaam), maar ook voor de “geest” (= de éérste van deze drie delen) van de menselijke geest. Van (geest en ziel) is geest het mannelijke (yange) en ziel het vrouwelijke (yinne) deel.
Met geest wordt eigenlijk ‘het primaire bewustzijn’ bedoeld, met ziel ‘datgene wat het gevoel bevat’, ‘het gevoelsleven’.
De geest is onstoffelijk, maar de ziel werd in oude tijden als ‘een vat’ voorgesteld: iets waar een vloeistof, water in kan. De ziel is dus niet het gevoel zelf, dat wordt namelijk door het water voorgesteld. De ziel is dus datgene in jezelf, waar al je gevoelens in passen. Een geest is iets minder ‘materieel’ als een ziel. Een geest is luchtiger en ‘vluchtiger’.
Een ander woord voor geest is: de ‘spirit’ (Frans: ‘esprit’), de geest die ergens hangt. Men zegt ook: "in de geest van die en die persoon". Ook heeft men het over een "tijdgeest". Je hebt de tijdgeest van de Verlichting, van de Renaissance, van de Romantiek, van de donkere Middeleeuwen, de 60-er jaren, enz.
Men handelt ‘in iemands geest’, zeg maar op de manier waarop die ander het gedaan zou hebben, “volgens het soort bewustzijn wat de ander heeft (gehad)”. Men heeft het over ‘een geest van oproer’ en ‘een geest van orde’. Men wordt ‘begeesterd’ of ‘geestdriftig’, dan ‘komt er een bepaalde geest over je’. Een geest is ook: inspiratie. Wanneer de geest er niet is, is men ‘geesteloos’, bijv. na lange tijd ‘geestdodend werk’ te hebben gedaan.
Men heeft het over een "zieleknijper" en niet over een "geesteknijper". Een geest kan je niet knijpen en een ziel wel, je kunt ook iemand op de ziel trappen. Omdat een ziel gevoelsleven is, waar bijv. pijn in gevoeld kan worden. In de psychologie komt “psyche” aardig met het begrip ziel overeen.
Men heeft het over ‘geestkracht’ en over ‘zijn ziel in lijdzaamheid bezitten’.
Je hebt "iemand" en "iemand zijn ziel". De persoon zelf (= het bewustzijn zelf) wordt dan met het mannelijke begrip 'geest’ aangeduid. Bijv. bij 'een geest oproepen’ en ‘de geest uit de fles’ staat geest ongeveer gelijk met de persoon zélf. Met ‘de geest geven’ wordt bedoeld, dat je (zélf) sterft. Maar iemand kan 'zijn ziel verkopen aan de duivel'. Dan is de ziel meer een object, een bezit, van iemand (van hemzelf of de duivel). En dan staat ziel weer voor: 'gevoelsleven'.
Het woord 'geest' vind je ook terug in "geestig" zijn - is verbonden met het idee: 'energie', en eerder met scherpzinnig denken als gevoel. En als je het over 'zielig' hebt, gaat het weer over een gevoelstoestand. Dan heb je géén energie in je gevoelsleven, het tegengestelde van 'geestig' dus.
|