[kort verhaal] koerier
"Wie dit leest is gek" stond er voor mij op een paal. Ik wist het al, ik was helemaal krankzinnig, ik deed het dan ook alleen voor het geld. Het risico is te groot hadden mijn vrienden gezegd. Mijn antwoord was steevast: "het heeft het tot hier gehaald, waarom zou het dan niet verder komen". De trein kwam aan, de patat etende man naast me ook. Ik stapte in, de conducteur stond in de deuropening. Ik bleef nog even in het halletje staan, ik zou later wel een plek gaan zoeken, ik zat hier toch nog twee uur. Hard weerklonk het fluitje, het echode nog even over de lege perrons. Een seconde later ging mijn telefoon, het was Mark, een vriend van me. "ben je er al" zei hij,"ja" zei ik voor de grap met een paniekerige stem," ik moet het net geven man". "Waarom bel je me nu eikel". "kutman sorry" klonk het en hij hing op. ik moest glimlachen, de conducteur glimlachde terug. Ik had niet door dat ik naar hem zat te kijken,"je kaartje alsjeblief" zij hij plat en opgewekt." Kut!" zei ik hard,"vergeten". Mijn gedachten gingen razendsnel" hoe kan ik dat nou vergeten, wat als hij de juten belt, nee dat zal wel niet, wat als hij zelf kijkt". "Let op je woorden" zei de dikzak jolig. Hij haalde een toesenbordje uit zijn zak, begon te tikken en hij zei" waar wil je heen". "Eindhoven"
zei ik zakelijk. hij tikte weer en zei toen " das dan vèftien euro, plus twee registratiekosten". Ik bedankte de dikkert en zocht een plaats. Ik kwam tegenover een oudere vrouw te zitten. ik klemde mijn tas goed in mijn handen, ik moest nog twee uur in spanning zitten. Voor de zekerheid zette ik mijn telefoon uit. De treinreis verliep rustig, na twee stations zat ik alleen. Ik legde mijn benen op de bank tegenover me. De luidspreker klonk "station eindhoven, vanuit hier kunt u overstappen naar..."
Ik sond op, "nog een kwartier" dacht ik met moeite, ik werd nu wel zenuwachtig. Na een korte wandeling, ik kende de weg. Kwam ik waar ik zijn moest. Een grote loods op een bedrijventerrein. Het begon te schemeren. ik hoorde stemmen achter een vuilcontainer. Ik liep er met lood in mijn schoenen op af." Je bent laat" blafte een grote man tegen me, mijn contactpersoon begon te lachen. "Alstublieft" zei ik zacht, ik gaf de man het spul. "Dank je knul" zei de reus neerbuigend. "mijn geld"? Vroeg ik op een zakelijke toon. "krijg je niet" zei mijn contactpersoon geergerd. "meer klussen dan poen" zei de reus alsof het een standaard regel was. Ik trok mijn mes en zei "nee nu"!. het laatste dat ik voelde was een scherpe pijn in mijn borst en ik hoorde een knal.
Zo komen jaarlijks duizende jongeren wereldwijd om hun leven.
|