![]() |
St. Anselmus' Godsbewijs
Het Godsbewijs van St. Anselmus gaat als volgt:
Citaat:
|
Citaat:
|
hihi, dit heb ik vandaag bij filo gehad.
|
en meteen maar commentaar erop (want dat is het leukste...)
1: De definitie 'God'. Daar kan je om vechten. Ik kan zeggen dat God helemaal niet datgene is waar geen hogere gedachte voor mogelijk is. 2: Er wordt van uit gegaan dat de definitie van God in het verstand zit, maar die definitie is zó vaag, dat ik me daar niks bij kan voorstellen, daardoor zit ie niet in m'n verstand, en daarmee heb ik dat argument om zeep geholpen. Als je wil wil ik wel een vereenvoudigde versie van dit Godsbewijs posten, dit is misschien vrij moeilijk. |
Komt ie:
God = (iets waarboven niets groter gedacht kan worden) = x ----- 1) X is in het verstand 2) X kan niet louter in het verstand zijn, anders krijg je een contradictie (vergelijk; het mooiste eiland. Als iemand tegen je zegt; x is het mooiste eiland, dan stel je je het mooiste eiland voor naar jouw wensen -in je verstand dus-. Dit moet dan wel in werkelijkheid bestaan, want als het niet óók in werkelijkheid zou bestaan zou er een eiland kunnen zijn waarvan je zou kunnen zeggen dat dát het mooiste eiland is, en dan bestaat het dus wel. Contradictie dus). 3) En daarom bestaat x zowel in het verstand als in de werkelijkheid. 4) x bestaat. ----- 5) x = God. God bestaat. |
Persoonlijk vind ik premisse 3 verreweg de zwakste schakel. Ik zie eigenlijk niet inw aarom dat waar zou moeten zijn.
|
Citaat:
Een concept in je verstand is zó iets anders dan een concept in de werkelijkeheid, en die twee dingen zijn imo niet met elkaar te vergelijken. Je zegt toch ook niet dat een tijger in je verstand minder waard is dan een tijger in het echt.... kan je toch niet vergelijken. Mee eens dus. |
Slaat nergens op, waarom zou het niet alleen in het hoofd kunnen bestaan?
En voor het eerste, hoe komt die vent erbij dat iets wat een concept is (wat hij er ook mee bedoelt in die zin) kleiner is dan in de werkelijkheid. Ik kan ook vaag genoeg lullen en dan 'bewijzen' dat god niet bestaat. |
Citaat:
omdat je dan een contradictie krijgt... Citaat:
daar is dan ook de meeste kritiek op gekomen Citaat:
|
Ik vind eerlijk gezegd dat Anselmus hier helemaal niets mee bewijst.
|
Citaat:
Nee, idd. Eigenlijk bewijst ie niets. Niets concreets in ieder geval. |
Citaat:
Ik geloof dat mijn boekentas niet valt, want dat is een geweldig comcept. kan mijn boekentas dus niet meer vallen, omdat het concept anders niet geweldig zou zijn, want mijn concept is immers geweldig. |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
wie helpt me... :bloos: ik kom er niet uit. |
Citaat:
ik geloof dat ik de redenering totaal geen bewijs vind |
Citaat:
'Dat staat geschreven...' '-Goh, das heel toevallig...' Beetje jammer :nono: |
Citaat:
|
Dan moet je ook niet gaan argumenteren
|
Citaat:
Anselmus zegt: er is iets dat het hoogste is dat gedacht kan worden. Als dit niet bestaat (dus enkel in je verstand, maar niet in werkelijkheid), dan is er dus een ander hoog iets dat wel bestaat, en dat is hoger dan het eerste iets (omdat het eerste iets niet bestaat). --- Dan is er dus alsnog een hoogste iets. Volgens Anselmus is dit God. Het lullige van Anselmus is eigenlijk dat z'n bewijs al min of meer in z'n definitie ligt opgesloten. Ik zou kunnen zeggen; het allermooiste dat bestaat, dat is God. Dan bestaat ie dus altijd. |
Anselms redenatie is heel kort gezegd: Er is iets wat het hoogste is, en dus moet er iets zijn wat het hoogste is. Als zijn stappen hier niet op uitkwamen, dan zou hij zelf zijn eerste stap weer omver werpen.
(wat dat hoogste dan moet zijn noem ik God, maar je mag het naar vrije beschikking ook anders noemen.) helaas Anselm, maar dit is geen bewijs. |
Citaat:
Dus: 1: God is het grootst mogelijke wezen denkbaar Dit is een stelling. Het is als het ware een afspraak om het grootste iets dat bestaat God te noemen. 2: Daarom is geen wezen groter dan God in enig opzicht. Volgt inderdaad uit 1, want de afspraak is nu juist dat, welk iets ook het hoogste mag zijn, God noemen we het. 3: Voor enig wezen geldt dat als dat wezen in werkelijkheid bestaat dat die dan groter is in werkelijkheid dan wanneer die alleen als concept zou bestaan. Ook dit is juist. De stelling "bewijst" min of meer zichzelf. Althans, zo schijnt het mij, en dus niet de zwakke schakel; we hebben het immers over het grootste wezen in de werkelijkheid . Als het dus niet echt bestaat, kan het moeilijk het grootste wezen in de werkelijkheid zijn, maar hooguit in gedachten. 4: Daarom, als God alleen als concept zou bestaan en niet in werkelijkheid, dan zou God minder groot zijn dan een mogelijk denkbaar wezen. Dit is slinks: trap er niet in ;) . Een woordenspel. Immers, in stelling 1 stelt Anselmus als definitie van God "het hoogste dat bestaat": een formele definitie dus. Hier, dus in stelling 4, lijkt hij (waarschijnlijk desbewust) hetzelfde woord, God, te bezigen in materiele (dus: inhoudelijke) zin. Hij zegt dus: "het hoogste dat bestaat is God (formeel). Als God niet zou bestaan (en hier dus God in materiele zin: opperwezen dat wereld geschapen heeft etc) dan zou God niet het hoogste zijn." Hij probeert dus de God in materiele zin te bewijzen door het bestaan van de God in formele zin te bewijzen. 5: Gezien 2, is er geen groter denkbaar wezen dan God. Zoals afgesproken Ergo, God bestaat. Inderdaad, conform de afspraak noemen wij het hoogste dat bestaat God: maar nogmaals, wat de inhoud van die formele definitie in concreto is, blijft in het midden. edit: oei, lelijke typefouten. |
Citaat:
|
God blijft het groots mogelijke wezen zolang hij een wezenlijk bestaand concept is ;-)
IMHO is het dus een taalkundig speling van St. Anselmus, ipv een logisch bewijs. Hij verdraait het onderwerp van concept naar god. Maargoed, om het begrip "concept" tot de bewijsvoering te betrekken kan je niet ontsnappen aan de kenleer. |
Citaat:
|
Citaat:
Citaat:
Maar laten we het eens historiografisch bekijken. Anselm leefde van ca. 1033 - 1109. In die tijd was heel west Europa christelijk, Rooms Katholiek. Het bestaan van God was voor Anselm, en voor vrijwel iedereen in Europa de enige universele zekerheid die er was. Anselms motto was 'geloof zoekt een onderbouwing'. Daarom redeneerde Anselm omgekeerd van hoe een moderne, neutrale wetenschapper of logicus het zou doen. Een bewijs is het geenszins. |
punt 1 is al een aanname. heeft ie daar een bewijsvoering voor?
nee, dacht het niet. ergo, weg bewijs o_O leuke link: http://www.godlessgeeks.com/LINKS/GodProof.htm |
offtopic citaat: "Iedereen geloofde in God totdat Descartes de bewijzen presenteerde"
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Ik vind niet dat de grootheid van God onderhevig is aan het feit of hij bestaat of niet. Wellicht is God groot door juist bescheidenheid en maakt dat dat hij niet bestaat.
Waar ik het overigens niet mee eens ben! |
Citaat:
|
Ik denk dat die Anselmus een arrogante, irrationele smartass is die zichzelf overschat. Het bewijst geen donder.
|
Citaat:
Ik kan wel een logische stelling beginnen met de aanname dat er géén blauwe kat bestaat, en vervolgens op zoek gaan naar paradoxen die mijn beginaanname ongeldig maken. Op die manier heb ik wel iets bewezen. Namelijk dat de stelling 'er bestaat géén blauwe kat onjuist is. Conclusie: er bestaat (dus) wel een blauwe kat. |
Citaat:
|
Citaat:
een blauwe kat = een kat die de eigenschap heeft dat hij blauw is. het grootste wezen = een wezen die als eigenschap heeft dat hij het grootste is. een wezen en een kat hebben als enige overeenkomst dat ze allebei moeten bestaan. Verder hebben ze beide een eigenschap die ze onderscheid van soortgelijken. De logische stappen die iemand moet zetten om het bestaan ervan aan te tonen kan m.i. alleen worden gemaakt door uit te gaan van het tegenovergestelde, zoals ik eerst al uiteen zette. maar misschien denk ik wel te wiskundig :P |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:24. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.