![]() |
Zomaar wat geniaal geneuzel
Zonnig water, warm en fris
Vogels dromen zwevend weg Van de veel te hete kolen, Maar de kelk is nog niet leeg.. Gloeiend en rood, Zo altijd de zon, Maar nu ook de wijn, Waarmee alles begon. Loomheid alom, Zwervend in je hoofd Zij zweeft mee, rond In de mistige nacht Wanneer gloeien dooft En alles vervliegt, Ben je niet meer verliefd Is de vrijheid een dief. |
Hmm nee...
|
Nee? Oke
|
Ik vind het een nogal chaotisch gedicht, het leest niet echt lekker door. Het begint heel sterk, de eerste drie regels hadden een heerlijk ritme, maar vanaf de vierde regel is het metrum een beetje stroef, onregelmatig. Ik vind vooral de volgende stukjes/ zinnen niet zo goed passen in het geheel:
Maar de kelk is nog niet leeg.. Zij zweeft mee, rond In de mistige nacht Deze regel zijn ineens heel anders qua ritme, een beetje moeilijk om het hier goed te volgen. In de laatste strofe vind ik het jammer dat dief/vervliegt geen volrijm is, en verder vind ik het rijmschema in het hele gedicht onregelmatig. Je woordgebruik is wel heel goed; spreekt me erg aan. |
| Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 01:59. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.