aan elkaar of los?
 

is het 'tegen aanlopen' of 'tegenaan lopen' of 'tegen aan lopen'...

als in: het eerste probleem waar we tegenaanlopen.

Tegen aanlopen gok ik.. :confused:

ja, haha, dat gok ik ook, maar ik moet het zeker weten :)
toch bedankt (y)

Tegenaan lopen, zou ik zeggen.

Idd...
'aanlopen' bestaat niet, tegenaan is gewoon een woord, dus tegenaan lopen...

Hier staan wel een aantal voorbeelden, maar dit geval staat er niet tussen.

Volgens mij "tegenaan lopen"; aanlopen is geen werkwoord, en daarom mag aan niet bij lopen getrokken worden. Je zou zeggen "ertegenaan lopen", want "er", "daar", "waar" en "hier" trekken voorzetsels aan. We hebben hier geen "er" maar dan wordt tegenaan nog steeds aan elkaar geschreven, denk ik.

Negrotiator, ik vertrouw volledig op je taalkundige inzicht.
Toch maar 'tegenaan lopen' dan. Als het fout is heb ik pech.

Boogie; ook bedankt (y)

Haha. (y) :bloos:

Oh, ik heb niets gezegd hoor :rolleyes:

JE MOEDER

:o :D

Lieve lieve lieve Andijvie, gij ook van harte bedankt voor het beantwoorden van mijn vraag.
Mijn nederige excuses voor het over het hoofd zien van je reactie. Ik ga me diep schamen.
Sorry.

:p

:D :p

Dus "ertegenaan" zou een goed woord zijn?

tegen-aan is een combinatie van twee voorzetsels. Bij het werkwoord -lopen- heb je nog meerdere moeilijkheden als:

achter..aan lopen
achter..om lopen

maar ook aanrijden tegen

In dit geval ligt het aan de zinsconstructie hoe je de woordne moet combineren.
(1) Hij liep tegen een probleem aan.
(2) Hij liep ertegenaan

Nu is in de zin die jij geformuleerd hebt het probleem dat het 'niet echt een correcte zin is. het probleem en waar hebben geen verband. Waar komt nooit zonder voorzetsel voor dus probeer dit eens:

Het probleem waartegen we aan liepen.

hmm dit klinkt ook niet echt.

maar het probleem zit 'm gedeeltelijk in het feit dan aanlopen hier niet bedoeld is als ( beginnen met lopen) maar meer betrekking heeft op de richting als in ( tegen aan)

In dit geval kun je het beste een hoofdzin forumleren als:
We liepen tegen een probleem aan.

want bijzinsvolgorde is hier lastig.

aanlopen bestaat wel degelijk

aan·lo·pen liep -, h, i -gelopen
1 lopen in de richting van;
2 iem in het voorbijgaan bezoeken;
3 sneller lopen: toe, loop wat aan;
4 door verhitting kleuren: hij liep rood aan van woede;
5 ergens tegenaan komen: het voorwiel loopt aan

vermoedelijk het meest in de 4e/5e betekenis.

het is hier idd tegenaan lopen