![]() |
Brandend verlangen
Brandend verlangen
Zachte zoete klanken van een morgen niet alleen. De randen van het onbegrensde verlangen stoeit, door de kamer heen verlaat het zich onvermoeid, naar wat was en komt en wat kunnen zou heen. De morgenstond die zacht zijn adem laat gaan. De dauw van bladeren en soms een zacht gezucht, een enkele traan, dat zich over de wangen kucht. Ik heb nog geen moment bij verlaten stil gestaan. Toch zal de morgen niet voor eeuwig rondhangen. Zullen de bladeren bevriezen in de ijzige kou, en mijn belangen in wat er nu nog gebeuren zou, is slechts een hunkering naar jou meer verlangen. |
Ik vind dit niet zo'n sterk gedicht; ik snap vaak de zinsbouw niet. Bijvoorbeeld in strofe één; daar kan ik de verhaallijn niet echt volgen. Het leest ook wat moeizaam, eigenlijk ook door de zinsbouw; ik kan niet goed in het ritme komen. Verder spreekt het woordgebruik me niet zo aan, het lijkt niet echt te lopen; een beetje ontoegankelijk, verwoording. De alliteratie aan het begin vind ik wel erg leuk, het rijmschema zit op zich ook goed in elkaar; de rijm komt niet gedwongen over.
|
alweeeeeeer een avond-ochtend metafoor, ja sorry, maar ik heb er voordat ik bij jou aankwam, al 3 gelezen met dezelfde stijlmiddelen en het hangt me de keel uit.
het is niet vernieuwend wat hebben mensen toch met licht en donker, de wereld bestaat uit zoveel meer |
af en toe gebruik je erg krachtige woorden. Alleen 't spreekt me verder niet echt aan...
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:59. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.