Hannibal |
29-06-2001 01:41 |
Surrealisme
Surrealisme. Situaties die de werkelijkheid overstijgen. Daar zit ze. Ze is bang. Vier muren. Grijze muren. Muren bekleed met schokwerende stof. Een dwangbuis. Het licht is geen licht. Het licht is nep. Het komt van boven. Halogeenlicht. Daar waren ogen niet voor gemaakt en ze is er dus blind voor. Blind. Het licht gaat uit. Want ze is blind. Toch kijkt ze. Ze ziet een luchtkoker, boven de vier muren. De maan schijnt door het gat. Ze gaat in de straal staan en opent haar mond. Als nomaden die voor het eerst regen zien. Zij zit niet opgesloten in een donkere kamer, maar in een kamer van licht. Kunstlicht. Het donker van de moderne tijd. En het verzwelgt haar. Ze kan niet slapen, ze kan niet denken. Ze voelt pijn maar weet niet waarvan. Ze bedenkt zichzelf dat ze honger heeft. Acht dagen zit ze hier al. Niet dat ze dat nog weet. Haar geest is dood, haar tranen op. Haar lichaam zit onder de blauwe plekken. Je kent je eigen krachten niet in paniek. Haar armen stevig om haar lichaam gebonden in witte doeken. Ze voelt haar nagels al in haar vel steken, groeien. Vier muren en een witte vloer omsluiten haar, van boven schijnt licht. Fel licht. Licht waardoor je begint te geloven dat je oogleden transparant zijn als je ze sluit.
Ik zit vast, ik had een vervolg geschreven maar de computer liep vast, en dat was maar goed ook, want het was slecht... Maar om hier uit te komen heeft het even tijd nodig, en dat heb ik niet om kwart voor 3 in de ochtend.
|