Mama, waar is papa nou?
Mama, waarom is papa er niet meer? Hij zat altijd aan tafel als ik ’s ochtends beneden kwam, maar nu zit hij er niet meer. Ik moest altijd om hem lachen, als hij de krant las en ondertussen zijn boterham met kaas zat te eten, maar nu kan ik niet om hem lachen, want hij is er niet.
Mama, waar is papa nu? Is daar ook een ontbijttafel met bruine boterhammen en jam en kaas? Leest papa daar ook de krant? Ik wil niet zoveel vragen, maar ik wil het ook weten. Waarom komt papa nooit meer thuis? Heeft hij zoveel werk te doen? Papa was de liefste man van de hele wereld. Hij had de mooiste haren van ons allemaal en hij had de grootste snor van alle mannen in het hele land. Papa vertelde mij altijd hele mooie verhalen. Dan lag ik in bed en dan kwam hij bij me zitten en hij verzon een verhaaltje over een prinses. Papa noemde mij altijd zijn prinsesje.
Mama, waar is papa? Ik mis papa, mama…
|