![]() |
[pittige] Differentiaalvergelijkingen oplossen.
Ik kan enige hulp gebruiken bij het oplossen van de volgende differentiaalvergelijkingen:
1) dy: dx = 0,5y 2) dy: dx = y-4 3) dT: dt = -0,1 ( T-18) 4) dy: dx = x+1 Bij voorbaat dank, |
pittig? :rolleyes:
|
Citaat:
dit is een standaardvergelijking. De algemene vergelijking waar je naar kijkt is: dy:dx=a*y Bedenk je dat y een functie van x is. dus dat je eigenlijk y(x) moet lezen. Nu gaan we eens kijken wat je kunt invullen. We gokken een e-macht. y(x)?=e^x (?= betekent zoeits als "is dat gelijk aan?") duidelijk. Als we dit differentieren krijgen we niet a*e^x. Nu moeten we een manier vinden om die a er voor te krijgen. Laten we eens kijken wat er gebeurt als we de a in de macht van de e zetten: y(x)?=e^(a*x) differentieren naar x geeft ons: dy:dx = ae^(a*x) = a*y. Heey, maar dat is precies wat we hebben willen maar dan met 0,5 ingevuld! antwoord is dus: y(x)=e^0,5x |
Citaat:
5 )dy : dx = 4y - y^2 6 ) dy : dx = y^2 - 4y 7 ) dy : dx = y- 1/4Y^2 |
Tampert, bedank je uitleg m.b.t eerste som is zeer duidelijk en helder. (y)
|
Citaat:
|
De vierde differentiaalvergelijking (d.v.) is een d.v. van het type
dy/dx=f(x) met y=F(x) als oplossing, waarbij F de primitieve van f voorstelt. De overige d.v.'s zijn op te lossen door scheiding van variabelen toe te passen. Het gaat hier om d.v.'s van het type dy/dx=f(x)*g(y). Scheiden van variabelen geeft dan: dy/g(y)=f(x)*dx, waarna de oplossing van de d.v. door links en rechts te integreren kan worden gevonden. |
Citaat:
|
Graag voor de namiddag( want dat heb ik een repetitie over dit onderwerp.)
|
Citaat:
eva, die daar eergisteren voor gebuisd is :(:s |
Citaat:
dy/(4*y-y²)=1*dx=dx. Herschrijf dy/(4*y-y²) als a*dy/y+b*dy/(4-y), dan geldt: a(4-y)+b*y=4*a+(b-a)y=1, dus 4*a=1 en b-a=0, dus a=1/4 en b=a=1/4. Deze techiek staat bekend als partieel breuksplitsen. We hebben nu gekregen: 1/4*dy/y + 1/4*dy/(4-y)=dx, dus dy/y+dy/(4-y)=4*dx. Links en rechts integreren geeft: ln(y)+ln(4-y)=ln(4*y-y²)=4*x, dus 4*y-y²=-(y²-4*y+4-4)=-(y²-4*y+4)+4=-(y+2)²+4=e4*x, dus -(y+2)²=e4*x-4, dus (y+2)²=4-e4*x, dus y+2=sqrt(4-e4*x) of y+2=-sqrt(4-e4*x), dus y=-2-sqrt(4-e4*x) of y=-2+sqrt(4-e4*x) met x kleiner of gelijk aan 1/4*ln(4). |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
nooit gesnpt die forrierreeksen.
mag ik bij deze even mijn welgemeende fuckyou richten naar de diracdelte en de heaviside functie. ze zuigen en zijn niet liev! |
Citaat:
maar binnenkort krijgen we ook college over fourieranalyse, en dat lijkt me dan wel weer minder...... |
Citaat:
|
Even een correctie op de berekening in mijn vorige reply:
dy/y+dy/(4-y)=4*dx geeft na links en rechts integreren: ln(y)-ln(4-y)=ln[y/(4-y)]=4*x, dus y/(4-y)=e4*x, dus y=(4-y)e4*x=4*e4*x-y*e4*x, dus y+y*e4*x=y(1+e4*x)=4*e4*x, dus y=4*e4*x/(1+e4*x). Wat Laplacetransformaties betreft: deze zijn bij uitstek geschikt voor het oplossen van lineaire d.v.'s met constante coëfficiënten. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 11:04. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.