![]() |
Water en Vuur
Het huis was leeg, stond zwijgend op haar te wachten. Het irriteerde haar en ze sloeg met een iets te harde klap de voordeur dicht. Ze hing haar jas aan de kapstok en liep de keuken in om een koekje te pakken. Maar toen ze de koektrommel opendeed, glipte hij uit haar handen en viel ondersteboven neer.
Ze vloekte, maar het was niet genoeg. Woedend was ze ineens, ze voelde zo’n intense haat dat ze er zelf van schrok. De smeulende vulkaan, die al een jaar in haar verscholen zat, stond op het punt van uitbarsten. Ze moest zich ontladen, iets anders was gewoon niet denkbaar. Met een gerichte trap schopte ze tegen de koektrommel aan, die met een hoop lawaai naar de andere kant van de keuken vloog. Daarna pakte ze het keukenkrukje en gooide het op de grond. En nog eens, en nog eens. Woedend was ze, maar ze besefte best waar ze mee bezig was. Ze was belachelijk bezig, maar haar woede moest eruit. Dit had ze veel eerder moeten doen. Waarom had ze het zover laten komen? Had ze het eerder moeten vertellen? Dan was het vuur in haar niet zover opgestookt, dan had ze het eerder kunnen doven. Of had ze het nu nog steeds niet moeten vertellen? Nee, dat zou niet de goede oplossing zijn geweest. Ze kon het immers niet langer voor zich houden. Ze zakte op de grond neer en begon te huilen. Brandende tranen rolden over haar wangen. Haar schouders schokten en ze probeerde haar tranen weg te vegen, maar het was onbegonnen werk. Ze bleef huilen, steeds maar huilen, het was alsof ze helemaal leegstroomde. Maar het deed haar goed. Langzaam voelde ze de woede uit haar wegebben. Langzaam gleed het verdriet uit haar lichaam en maakte plaats voor iets anders; opluchting. Ze had het toch maar mooi verteld, ze kon trots op zichzelf zijn. Deze periode uit haar leven was afgesloten, de toekomst lag uitdagend voor haar open. Ja, het was moeilijk geweest, maar ze had het overleefd. De liefde die ze had gevoeld, misschien nog steeds voelde, was niet wederzijds gebleken, maar ze het er in ieder geval over kunnen spreken. Ze huilde nog steeds, ze kon de tranen eenvoudig niet stoppen. Erg vond ze het niet, het reinigde haar. Wat overbleef was de stilte. *Kunnen jullie het thema een beetje terugvinden? |
Wel een oke verhaaltje. Kort, maar laat wel je fantasie de vrije loop!
Thema? pfff, ben ik altijd heel slecht in.... |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
:o Maarre... Wat zal ik nu met die eerste zin doen?:s |
wat voor wedstijd als ik vragen mag?
(400 woorden zijn zo geschreven, dus vandaar ook niet heel lang, ik weet niet, maar het verhaal blijft wel goed hoor!) |
Citaat:
mss niet sterk ofzo.. :p maar-maar, wat voor wedstrijd.. waar.. waarom..? :o |
Ik mag jouw alternatief niet zo:p Dus ik weet nog niet wat ik met die zin ga doen...
Het is voor iets van school, zeg maar... Belangrijk voor mij:o |
Aardig verhaaltje, thema is voor mij niet herkenbaar, maar wel eruit te halen.
Citaat:
2. Hoewel de zinnen kloppen, komen ze me niet echt mooi over. Ik zou het anders beschrijven. Citaat:
Citaat:
|
Citaat:
Maar ik heb hier even crisis, want ik ben zo stom om de verkeerde cijfers te onthouden en je moet dus minstens 500 woorden(n) Argh... |
Citaat:
|
Als het voor een wedstrijd is, wil ik zoveel mogelijk dingen aanstippen waarover je nog na kandenken. Ik hoop dat je er wat aan gaat hebben.
"... koektrommel opendeed, glipte hij uit haar handen ..." - Koektrommel is vrouwenlijk. Dus "Glipte ze uit haar handen..." Als je bang bent dat de hoofdpersoon en de koektrommel door elkaar gehaald worden, kan je er 'zij' van maken. Maar dat is misschien wat te statig. "Woedend was ze ineens, ze voelde zo’n intense haat dat ze er zelf van schrok." - Geen fout, maar een overdenking. Ik begrijp dat je haar woedender wilt maken door dat woord vooraan te zetten, maar het staat bijzonder vreemd als iets 'ineens' gebeurd en wij pas aan het einde van zin weten dat dit ineens gebeurde. Kijk of je 'ineens' niet naar voren wilt halen. Bovendien mag je deze twee zinnen niet met een komma aan elkaar plakken, het zijn twee hoofdzinnen. Een puntkomma mag wel, denk ik. "De smeulende vulkaan, die al een jaar in haar verscholen zat ..." - 'Zit' een vulkaan? Je kan beter een aggresiever/dreigender werkwoord kiezen. Sluimerde? Enz? "Met een gerichte trap schopte ze tegen de koektrommel aan, die met een hoop lawaai naar de andere kant van de keuken vloog." - Tweemaal 'Met een'... die eerste kan je volgens mij beter vervangen voor iets anders. "Dan was het vuur in haar niet zover opgestookt ..." - Ik heb geen flauw idee, maar mijn gevoel zegt dat 'zover' niet aan elkaar moet... hoe langer ik er naar kijk, hoe vreemder het lijkt... maar misschien juist daarom. Als het mijn tekst was, zou ik er gewoon 'zo heet', 'zo laaiend' of iets in die geest van maken. "... steeds maar huilen, het was ..." - Puntkomma of nieuwe zin, vind ik... maar wees vrij het niet met me eens te zijn. "... was niet wederzijds gebleken, maar ze het er in ieder geval over kunnen spreken." - 'Het' is 'had', neem ik aan? "Ze huilde nog steeds, ze kon de tranen eenvoudig niet stoppen." - Hier zou ik zeker een puntkomma neerzetten, daar de tweede zin een verklaring van de eerste is. Ik vind het thema, aangenomen dat het om 'water en vuur' gaat, wel vrij goed verwerkt. Leuk dat je het compleet abstract in emoties vertaald. Vooral de 'brandende tranen' (misschien iets te opzichtig), maar zeker het 'wegebben' zijn geweldige metaforen om het water en het vuur weer terug te laten komen. Van mijn part mag je er daar nog veel meer van instoppen. Maak er een zoekpuzzel van, waarin blijkt dat elke zin wel iets met water of vuur te maken heeft, zonder dat dit direct opvalt of storend/gedwongen is. Eerlijk gezegd viel het me ietwat tegen dat het 'slechts' om een eenzijdige liefde ging. In de meeste verhalen waar jonge mensen huilen en boos zijn, gaat het daarom. Wie weet kan je er met die honderd woorden nog een mooie draai aan geven? Ik hoop dat je er wat aan hebt. LUH-3417 |
Tweede versie Als een wervelwind was ze naar huis gefietst, de spierpijn in haar benen negerend. Ze zette haar fiets in de garage en zuchtte. Er was niemand thuis. Natuurlijk niet, dat was altijd op vrijdag. Maar ineens irriteerde het haar en ze sloeg met een iets te harde klap de deur dicht. Ze hing haar jas aan de kapstok en liep de keuken in om een koekje te pakken. Maar toen ze de koektrommel opendeed, glipte hij uit haar handen en viel ondersteboven neer.
Ze vloekte, maar het was niet genoeg. Ineens was ze woedend, ze voelde zo’n intense haat dat ze er zelf van schrok. De smeulende vulkaan, die al een jaar in haar verscholen zat, stond op het punt van uitbarsten. Ze moest zich ontladen, iets anders was gewoon niet denkbaar. Met een gerichte trap schopte ze tegen de koektrommel aan, die met een hoop lawaai naar de andere kant van de keuken vloog. Daarna pakte ze het keukenkrukje en gooide het op de grond. En nog eens, en nog eens. Ze rende de trap op, pakte een oud schoolschriftje en begon de blaadjes doormidden te scheuren. Woedend was ze, maar ze besefte best waar ze mee bezig was. Ze was belachelijk bezig, maar haar woede moest eruit. Dit had ze veel eerder moeten doen. Waarom had ze het zover laten komen? Had ze het eerder moeten vertellen? Dan was het vuur in haar niet zo ver opgestookt, dan had ze het eerder kunnen doven. Of had ze het nu nog steeds niet moeten vertellen? Nee, dat zou niet de goede oplossing zijn geweest. Ze kon het immers niet langer voor zich houden. Ze zakte op de grond neer en begon te huilen. Brandende tranen rolden over haar wangen. Haar schouders schokten en ze probeerde haar tranen weg te vegen, maar het was onbegonnen werk. Ze bleef huilen, steeds maar huilen, het was alsof ze helemaal leegstroomde. Maar het deed haar goed. Langzaam voelde ze de woede uit haar wegebben. Langzaam gleed het verdriet uit haar lichaam en maakte plaats voor iets anders; opluchting. Ze had het toch maar mooi verteld, ze kon trots op zichzelf zijn. Deze periode uit haar leven was afgesloten, de toekomst lag uitdagend voor haar open. Ja, het was moeilijk geweest, maar ze had het overleefd. De liefde die ze had gevoeld, misschien nog steeds voelde, was niet wederzijds gebleken, maar ze had er in ieder geval over kunnen spreken. Ze was teleurgesteld, maar als ze eerlijk was had ze het van te voren kunnen weten. Hoe vaak had ze er al niet half naar gevraagd? En hoe vaak had ze niet vragen ontwijkend beantwoord om maar te voorkomen dat ze de waarheid zouden begrijpen? Die afschuwelijke waarheid, die ze eerst niet wilde bevatten. Ja, ze was teleurgesteld, maar ze was ook opgelucht. Er was niemand kwaad op haar geworden, niet echt tenminste. En hoewel ze niet wist hoe alles nu verder ging verlopen, was ze er toch van overtuigd dat het uiteindelijk goed zou komen. Ze huilde nog steeds, ze kon de tranen eenvoudig niet stoppen. Het water vermengde zich met het vuur, de vulkaan was eindelijk uitgebrand. Wat overbleef was de stilte. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 19:04. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.