biologie kruisingen HELP!
 

Wie kan mij alstjeblieft helpen!
Ik heb morgen een tentamen hierover en ik snap het niet helemaal. Hieronder heb ik de theorie even gekopieerd. Ik snap wel dat ze deze: (¼GG + ½Gg + ¼gg) * (¼RR + ½Rr + ¼rr) rekensom maken, maar niet hoe ze nu aan die uitkomsten komen.

------------------------------------------------------------------------------------
Dihybride kruisingen (deel 4)
Sneller door berekenen
Het tekenen van dit soort tabellen kost veel tijd en moeite. Bovendien is de kans op fouten groot, zeker als je onzorgvuldig werkt.

Er bestaat nog een techniek om te weten wat de uitkomst van een dihybride kruising met onafhankelijke overerving zal worden.

We bekijken de kruising tussen twee individuen van de F1 uit het vorige voorbeeld nog eens.

GgRr x GgRr

Uit monohybride kruisingen weet je nog dat de kruising Gg x Gg de volgende nakomelingen levert:

0,25 GG 0,50 Gg 0,25 gg

Ook weet je dat het resultaat van de kruising Rr x Rr is:

0,25 RR 0,50 Rr 0,25 rr

Dus :

(¼GG + ½Gg + ¼gg) en (¼RR + ½Rr + ¼rr)

De gameten worden willekeurig gecombineerd. Elke combinatie is dus mogelijk. Wil je weten wat de verdeling van genotype van nakomelingen zal zijn, dan kun je dat als volgt uitwerken:

(¼GG + ½Gg + ¼gg) * (¼RR + ½Rr + ¼rr)

=1/8 GGRR +1/16 GGRr +1/8 GGrr + 1/16 GgRR + ¼ GgRr + 1/16 Ggrr + 1/8 ggRR + 1/16 ggRr + 1/18 ggrr.

Vooral wannneer je (meerkeuze)vragen krijgt, waarbij van slechts één genotype de kans gevraagd wordt, is deze (wiskundige) methode veel sneller dan het werken met een tabel van 16 hokjes.
------------------------------------------------------------------------------------

het is hier in principe gewoon het uitwerken van een kansboom, zoals je wel hebt geleerd bij wiskunde waarschijnlijk. Hopelijk kom je zo een stuk verder:

zo krijg je de stukken uit de monohybride kruisingen als ' de blauwe en rode ballen enz' bij wiskunde:


GG = kans = 1/4, Gg = kans = 1/2 en gg = kans = 1/4

Nu krijgen in 'de tweede trekking' dus de uitkomsten van de andere genotypen van de andere monohybride kruising:

RR = kans = 1/4, Rr = kans = 1/2 en rr = kans = 1/4

Bij het naar beneden gaan in een kansboom moet je vermenigvuldigen, dus voor het genotype GgRr is de kans 1/4 ( 1/2 x 1/2) = 4/16.

Moet je een vraag beantwoorden als welke van de nakomelingen heeft gele en ronde bloemen ( G = geel, g = groen, R = rond, r = hoekig bijvoorbeeld), schrijf je eerst de genotypen op die mogelijk zijn:

GGRR, GGRr, GgRR en GgRr.

De kans hierop is dan volgens de kansboom op GGRR 1/4 x 1/4 = 1/16, GGRr = 1/4 x 1/2 = 2 / 16, GgRR = 1/2 x 1/4 = 2/16 en GgRr = 1/2 x 1/2 = 4/16.

Bij 'het opzij gaan' in de kansboom moet je optellen, dus de gevraagde kans is dan 1/16 + 2/16 + 2/16 + 4/16 = 9/16

Ik hoop dat je het zo een beetje begrijpt.

gr, sander

Dank je wel voor je uitleg.
Dan ben ik dus toch niet helemaal gek. Op de schoolsite van de UT waar ik de theorie van afgehaald heb, staat gewoon een fout.
Er staat GGRR=1/8 en GGRr=1/16 enz. zoals in de theorie is te zien. Ik raakte hierdoor helemaal in de war, maar nu weet ik gelukkig hoe in werkelijkheid gaat.

ook als je een kruisingsschema tekent zie je dat er van de 16 mogelijkheden slechts 1 homozygoot dominant en ook slechts 1 homozygoot recessief is ;)