[sk] stofonderscheid
 

Wij moeten voor ons practicum sk 7 verschillende stoffen kunnen benoemen. Je krijgt all1 de namen en de stoffen, en je moet zelf dus onderzoeken welke stof in welk buisje zit.
Nu zijn wij dit aan het oefenen, maar ik kom er dus nu achter dat ik niet helemaal begrijp hoe redox en zuur-base toepasbaar kunnen zijn.
Ik heb nl de volgende stoffen:

Benzeencarbonzuur
citroenzuur
kaliumwaterstofsulfaat
natriumsulfiet
natriumthiosulfaat
oxaalzuur

In dit geval zijn het dus 6 stoffen, omdat dit een moeilijk plankje is.

Ik heb door middel van ph papier al ontdekt wat de zuren zijn en wat de neutrale zijn, ook is er 1 base.

Ik heb bij de 2 neutralen al ontdekt dat 1 daarvan Na2S2O3 is.
Maar hoe kan ik nou onerscheid maken tussen KHSO4 en N2SO3?
(Want deze kunnen volgens mij allebei een H+ opnemen...)
En vervolgens tussen de zuren.

Als je aan een Na₂SO₃-oplossing een beetje zuur toevoegt en het geheel verwarmt komt er zwaveldioxide vrij, wat een vochtig pH-papiertje rood kleurt. Een KHSO₄-oplossing is een zure oplossing, die verder geen aantoonbare reactie vertoont, behalve dan dat het een in de oplossing gedoopt pH-papiertje rood kleurt.