Natuurkunde: Werking van het oog
 

Ik denk dat het een kleine fout van mij is, maa rik kom niet uit deze vraag:

Een verziende krijgt een bril met een sterkte van 2,0 dtp, daardoor kan hij op 25 cm nog net scherp zien.

a) bereken de plaats van No (nabijheidspunt oog)
b) Idem, maar nu is het een bijziende met een sterkte van -2,0 dtp

a) Veronderstel dat v de afstand tot het gecorrigeerde nabijheidspunt voorstelt en b de afstand tot het ongecorrigeerde nabijheidspunt, dan geldt: 1/v-1/25=1/50, dus 1/v=1/50+1/25=3/50, dus v=50/3 cm=16,7 cm.
b) Neem v=25 cm als afstand tot het gecorrigeerde nabijheidspunt en b als afstand tot het ongecorrigeerde nabijheidspunt, dan geldt:
1/25+1/b=-1/50, dus 1/b=-1/50-1/25=-3/50, dus b=-50/3 cm=-16,7 cm.