[Na] Hulp met repetitie's gewenst
 

Ik moet deze vakantie 2 repetities maken, ik heb de vragen hier liggen. Aangezien ik ook van de vakantie gebruik wil maken, heb ik niet veel tijd voor deze opdrachten. Ik vraag, nee smeek om hulp, tips of nuttige informatie bij deze vragen :)

Repetitie 1, Verbanden

Een veer krijgt een uitrekking van 2,5 dm bij een kracht van 225 N

a. Bereken de veerconstante van deze veer in N/cm
b. Bereken de uitrekking van dze veer als er een kracht van 50 mN op wordt uitgeoefend.
c. Bereken de kracht die nodig is om de veer 0,30 m uit te rekken.

Vloeistof 1 heeft een dichtheid van 0,80 gram/kubieke cm, en vloeistof 2 is 1,20 gram/kubieke cm.
a. Bereken de massa van een liter van vloeistof 1
b. Bereken het volume van 20 kg van vloeistof 2
c. We voegen 2 liter van vloeistof 1 bij 4 liter van vloeistof 2, bepaal de dichtheid van 't mengsel

Repetitie 2, Warmte

a. Wanneer zijn 2 grootheden rechtevenredig?
b. Hoe wordt warmte verplaatst door geleiding?
c. Hoeveel warmte neemt een blokje lood van 250 gram op als het 20 K warmer wordt? ---> Hoe kan ik dit uitrekenen?


Als jullie tips of hulp voor mij hebben, alsjeblieft post het dan!

Bedankt,

Murray

vraag1 :

a) Fv = C x u ;) (u in cm dan)

b) Zie a

c) Zie a

d) dichtheid = m/V ;) en dan voor V 1000 cm^3 invullen

e) zie d

f) zie d

Eerst even de opgaven over de veer: voor de uitrekking u, de kracht F en de veerconstante C geldt: C=F/u, dus F=C*u en u=F/C. Bij a gebruik je de formule C=F/u, bij b de formule u=F/C en bij c de formule F=C*u.
Dan nu de opgaven over dichtheid. Voor de dichtheid rho, de massa m en het volume V geldt: rho=m/V, dus m=rho*V en V=m/rho. Bij a gebruik je de formule m=rho*V en bij b de formule V=m/rho. Bij c gebruik je de formule m=rho*V om de massa's van vloeistof 1 en 2 te bepalen. Door deze massa's op te tellen en te delen door de som van de volumes van vloeistof 1 en 2 vind je de gevraagde dichtheid van het mengsel.
Even een variant op deze vraag c: bereken hoeveel cm³ van vloeistof 1 en 2 nodig is om een vloeistofmengsel te maken met een dichtheid van 1,0 g/cm³.

Dan nu de vragen bij Repetitie 2:
a. 2 grootheden A en B zijn recht evenredig als geldt: A/B=constant.
b. Bij geleiding geven de deeltjes in de desbetreffende stof de warmte aan elkaar door, waarbij de deeltjes aan hun plaats gebonden blijven.
c. Maak gebruik van de formule Q=m*c*delta T, waarbij Q de hoeveelheid warmte, c de soortelijke warmte en delta T de temperatuurstijging voorstelt. De soortelijke warmte van lood staat in tabel 8 van Binas vermeld.

Echt serieus bedankt, ik kwam er zelf echt niet uit :bloos:

Nogmaals van harte bedankt! (y) :)