help ik snap vraag 8 van sk1 examen 2001 tijdvak 2 niet
 

hallo kan iemand mij helpen ik snap vraag 8 van het eindexamen vwo sk 1 tijdvak 2 niet!!!!!!!

Wil jij hem mij uitleggen, want als ik nog langer op die vraag ga zitten wordt ik gek!!!!!!

greetz Sara:confused:

kun je de vraag posten?

uitwerkingen van alle examens op http://www.eindexamens.nu

Dat is nu net het probleem die uitwerkingen zijn zo onduidelijk als ik weet niet wat...

dit is de vraag:
Bij de behandeling van iemand met een acute cyanidevergiftiging mag van de totale in het
bloed aanwezige hoeveelheid hemoglobine (plus oxyhemoglobine) maximaal 20%
worden omgezet tot methemoglobine. Het totale aantal gram hemoglobine (plus
oxyhemoglobine) dat in het bloed van een volwassen man aanwezig is, kan met behulp
van onderstaande vergelijking berekend worden:
aantal gram hemoglobine (plus oxyhemoglobine) = gewicht (in kg) x F
Hierin is F een omrekeningsfactor.

Voor volwassen mannen gelden de volgende gegevens:
• bij volwassen mannen is 7,5 massaprocent van het lichaamsgewicht bloed;
• de dichtheid van het bloed is 1,05 kg L -1 ;
• er is per 100 mL bloed 16 g hemoglobine (plus oxyhemoglobine) aanwezig.
Met behulp van bovenstaande gegevens is te berekenen dat de in bovenstaande
vergelijking genoemde factor F gelijk is aan 11 (g kg -1 ).

3p 8

Geef die berekening.

Vooraf gesteld dat ik geen scheikunde heb... :)

Aan de hand van de uitwerking:
7.5 massaprocent = 7.5 % = 0.075
Zoveel is dus bloed. Dichtheid van bloed is 1.05 kg L-1; we delen 0.075 door 1.05, om het percentage per kg te vinden (oo.. ja? :confused: )
0.075 / 1.05
We weten: 16 gr per 100 ml. We moeten liters hebben (waarom??), dus delen door 0.1 liter:
0.075 / 1.05 / 0.1
Als laatste moet het resultaat worden vermenigvuldigd met 16 om het homoglobinespulfactor te verkrijgen:
0.075 / 1.05 / 0.1 * 16
Antwoord: 11.4

Nogmaals: ik heb de balle verstand van scheikunde, maar volgens de uitwerking moet het zo. De motivatie van mij is misschien niet goed, maar ja, daar gaat het niet om :p :)

7,5 % van het lichaamsgewicht is bloed, dat komt idd overeen met 0,075 kg bloed per kg lichaamsgewicht.

Dichtheid van bloed is 1,05 kg/l.

0,075 kg. delen door 1,05 kg/l (delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde, zo kloppen de eenheden, antwoord is in liters) levert 0,0714.... liter op (zoveel liter bloed per kilogram lichaamsgewicht).

De eenheid is liter. Van de hemoglobine weten we dat de concentratie 16 g./100 ml is, omdat de eenheden gelijk moeten zijn, zetten we dat eerst om in liters. 16 g./100 ml = 160 g./l

160 g/l * 0,0714.... l = 11,428.... g.

Omdat we begonnen met het massapercentage per kg, is er dus per kg lichaamsgewicht 11,428...g. hemoglobine (plus oxyhemoglobine) aanwezig.

Gelet op het juiste aantal significante cijfers is het antwoord dan

F = 11 g/kg lichaamsgewicht. (y)

Misschien dat Mathfreak mijn manier van redeneren en berekenen kan bevestigen?

Dat lijkt me niet meer nodig, aangezien jouw manier van redeneren en berekenen correct is en dus een juist resultaat heeft opgeleverd. Laat ik ook niet vergeten om eddie mijn complimenten te geven, mede vanwege het feit dat hij, ondanks dat hij niets van scheikunde weet, toch in staat was om het juiste antwoord te vinden.

Hihi, laat dat nou net meevallen als je al weet wat het antwoord moet zijn...maar toch een goed stukje werk, dat ben ik met je eens.

:o :o