oogafwijkingen
 

Hoi iedeeen,

Hier heb ik weer een vraag bij natuurkunde, maar dit keer over oogafwijkingen.
't vraag begrijp ik wel maar ik heb toch wat uitleg nodig(voor meer duidelijkheid a.u.b.)

Vraag:
Thijs is verziend. Zijn nabijheidspunt ligt 61 cm vóór het oog, en zijn vertepunt 58 cm achter het oog.
b. Bereken de lenssterkte die nodig is om het vertepunt naar oneindig te brengen.
c. bereken de nieuwe plaats van het nabijheidspunt.

Bij het antwoord boekje hebben ze 't wel uitgelegt maar ze hebben niet gezegd waaarom hebben ze voor de v de vertepunt gekozen en dan bij de beeldafstand de de nabijheid gekozen!!!!! :(

Kun je dit niet gewoon uitrekenen met 1/f = 1/v / 1/b??
(of iets in die richting ;) )

:D

ik zou er 1/f = 1/v + 1/b van maken.

Helaas niet, het is niet goed :(

de lenssterkte is de dioptrie dus S = 1/f

nu krijg je dat 1/v 0 nadert dus krijg je S = 1/b waarbij zijn vertepunt achter het oog geldt als b

--> de lenssterkte moet dan 1,7 dpt sijn

d8 ik

In het antwoord boekje staat:
1/b =0
1/v=0.58
En dan krijg je inderdaat 1.7 dpt

Maar is de verte is de v en de nabijheid is de b?? :|

volgens mij was het zo dat als een voorwerp heel ver van de lens stond, de beeldafstand ongeveer gelijk is aan de brandpuntsafstand van de lens dus ik zou dan het vertepunt als b kiezen ....