![]() |
mijn gedichtjes
Ridder Roderick reed
op zijn roodbruine ros Door velden en heuvels en ’t donk’re bos. Ridder Roderick reed, -en niets hield hem tegen - Door steden en dorpen En over vele wegen Roderick reed En kwam bij zijn broeder Genaamd Marnix Frans Een kind van zijn moeder Marnix Frans riep heel kwaad: “Kom hier klein rood loeder Ik ben de sterkste En ik ben je broeder.” Ridder Roderick reed Schildknaap Erik die kwam Die gaf hem zijn zwaard En wenste geluk Ridder Roderick reed Naar zijn broer Marnix Frans En Roderick streed! Zijn broeder sloeg terug Ridder Roderick lag, Op de grond, hevig bloedend Zijn vrouwe kwam aan En weende vol smart “Ach Roderick riep zij “Waarom moest dit gebeuren Wij waren gelukkig, en nu…” Knaap Erik die bracht Roderick terug naar zijn stede Roderick stierf In het holst van de nacht Zijn jonkvrouwe weende Zijn broeder die lachte En Erik die wreekte Marnix Frans stierf Door het scherp van een zwaard Zijn echtgenote klaagde En werd gedood Zo kwam een einde Aan een grote familie En zo kwam een einde Aan dit gedicht. |
Mensen zijn zo raar
ze vermoorden elkaar om niets en zonder na te denken Is het zo moeilijk In vrede te leven? Brood te breken en te delen Waarom lukt dat niet? Aanslagen door terroristen Ze lijken haast gewoon En te horen bij het leven Maar dat is geen leven Dat is dood Als we allemaal het stukje Wapen in onszelf Neerleggen, begraven Zal er dan vrede zijn? |
Gehuil klinkt in mijn oren
Gejammer en geschreeuw Ik lijk het niet te horen En zoek verder, eindeloos. Terwijl ik zoekend verder loop Zie ik haar, mijn mama. Tussen alle slachtoffers en Gruwelijk verminkt Ik val in de leegte Mijn wereld is kapot Zwartheid en duisternis De mensen zijn verrot. Ik wil schreeuwen, krijsen, huilen Maar mijn mond is droog als leer Mijn ogen lijken uit te puilen Want mama is – bijna niet meer. Huilend loop ik, radeloos Langs wat eens was een trein Mama! Wat moet ik nou? Zonder jou doet mijn hart zo pijn |
Heb je die eerste zelf geschreven. Ik vind hem namelijk erg erg leuk verzonnen!
Maar dit stuk is het beste Ridder Roderick reed op zijn roodbruine ros Door velden en heuvels en ’t donk’re bos. Ridder Roderick reed, -en niets hield hem tegen - Door steden en dorpen En over vele wegen Roderick reed En kwam bij zijn broeder Genaamd Marnix Frans Een kind van zijn moeder Marnix Frans riep heel kwaad: “Kom hier klein rood loeder Ik ben de sterkste En ik ben je broeder.” Het loopt heel soepel. leuk. origineel, vrolijk. De rest is uit z'n verband en heeft geen ritme meer, dat is echt zoek. Geen rijm, geen vlotte overgangen zoals het begin . dat is echt doodzonde! Misschien moet je daar meer tijd aan besteden. |
De andere twee gedichten zijn vreselijk somber, en in tegenstelling tot het gedicht dat je als eerste postte, nog minder ritme en het loopt niet lekker.
Ik vind ze meer voor psychologie. Het zijn levensvragen die je in een gedicht probeert te stoppen maar daardoor komen ze niet goed uit de verf. Het enige wat het met mij doet is ; snel verderlezen en wachten op nog zo'n gedicht als Ridder Roderick. |
Ik snap dat je ze somber vind, toen was ik ook nogal somber, dat was vlak na die aanslagen in Madrid. Dat gedicht van Ridder Roderick heb ik zelf geschreven, en het gaat over bestaande personen die ik in de middeleeuwen heb geplaatst, dus daarom kan het ook wel dat het wat minder lekker loopt. :)
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 01:42. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.