Rabbi Daniel |
17-04-2004 16:40 |
Officiersopleidingen moeten samengevoegd worden?
Het Ministerie van Defensie wil de verschillende officiersopleidingen samenvoegen.
Het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) en de Koninklijke Militaire Academie (KMA, landmacht en luchtmacht) moeten onder één dak geplaatst worden, net als op een gewone universiteit, waar ook verschillende faculteiten op één campus zitten.
Dit slaat in mijn ogen nergens op.
Momenteel zit het KIM op het marineterrein in Den Helder, de KMA in een pand in Breda, vlakbij land- en luchtmachtbases.
Straks zit de marine-opleiding misschien wel in Maastricht, 200 km van de zee. Dat is krankzinnig, onacceptabel.
Een veel beter alternatief is, in ieder geval wat de marine betreft, het samenvoegen van de opleiding met de Belgische opleiding.
De Nederlandse en Belgische marines werken al zeer intensief samen: als een Nederlands marineschip uitvaart is er vaak een Belgische helikopter aan boord, en omgekeerd ook. Nederlandse en Belgische oorlogsschepen en bevoorradingsschepen gaan samen op pad, er is een Belgisch-Nederlands Eskader, een gezamenlijk bevel (Admiraal Benelux), en een gezamenlijke opleidingsinstituut voor mijnenbestrijding in België.
Naast de opleidingen voor mijnenbestrijding in Zeebrugge zou er ook een gezamenlijk officiersinstituut kunnen komen.
Dit zou de instituten de kans geven om de organisatie efficiënter te maken. Het nieuwe instituut kan, omdat het groter is, makkelijker internationale deskundigen (van bijvoorbeeld de Amerikaanse marine) uitnodigen. Ook kunnen meer nieuwe geavanceerde simulatoren worden aangekocht, wat voor de beide zelfstandige instituten niet mogelijk is wegens de kleine schaal.
Naast een gezamenlijk opleidingscentrum zou er meer wetenschappelijk onderzoek naar maritiem-militaire strategiën kunnen komen.
Het nieuwe instituut zou bijvoorbeeld in Vlissingen kunnen worden gehuisvest, waar de (Nederlandse) marine al een continue aanwezigheid heeft in verband met de bouw van marineschepen bij de scheepswerf aldaar. Vlissingen heeft een centrale locatie voor zowel Nederland als België en ligt aan zee. Ook is het zowel per auto als per trein/bus goed te bereiken vanuit beide landen.
Uiteraard zijn er dan nog de landmacht- en luchtmachtopleidingen. Die kunnen uiteraard ook fuseren met hun Belgische tegenhangers, zodat men twee luchtmacht-instituten onder één dak kan plaatsen in plaats van een landmacht- en een luchtmachtinstituut.
Beter drie grote gespecialiseerde instituten dan twee grote met drie verschillende (kleine) richtingen.
|