![]() |
Opgave voorbeeldexamen WA1,2 VWO
De kans dat er op een werkdag een grote motor ter reparatie aangeboden wordt, is: 1/3
Die kans voor een kleine motor is: 1/2 * Bereken de kans dat er per 20 werkdagen op ten minste 15 dagen motoren ter reparatie aangeboden worden. ANTWOORD: P(X>=15) = 1-P(X<=14)= 1-binomcdf(20,(2/3),14) = 1 - 0,7027 = 0,2972 Nu mijn vraag: Hoe komen ze aan p=2/3? |
P(grote motor) = 1/3
P(geen grote motor) = 2/3 P(kleine motor) = 1/2 P(geen kleine motor) = 1/2 Dit zijn dus de kansen op wel/geen grote/kleine motor per dag. P(alleen grote motoren) = 1/3 * 1/2 = 1/6 P(alleen kleine motoren) = 2/3 * 1/2 = 1/3 P(grote en kleine motoren) = 1/3 * 1/2 = 1/6 ========================================== + P(een motor) = 2/3 [Dit bericht is aangepast door cmoi (28-05-2001).] |
Dankjewel! http://forum.scholieren.com/smile.gif
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 16:16. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.