Het oog HELP ME VWO-4
 

Hey Iedereen,

Is er iemand misschien die wat tips heeft voor het berekenen van sterkte van brillen of berekeningen voor nabijheidspunt / vertepunt etc. Hoe bereken je iemands nabijheidspunt als je bijv een bril opzet van -1 dpt ofz o?
Any help is welcome
VWO-4 ( natuurkunde SCOOP )

het spijt me, maar ik heb echt geen idee wat een nabijheidspunt is.

Bedoel je focuspunt?
dpt=1/f, d8 ik

Onder het nabijheidspunt verstaan we het dichtst bij het oog liggende punt dat door maximale accomodatie van het oog nog kan worden waargenomen. Deze afstand is ongeveer 20 cm. Bij verziendheid ligt dit punt verder weg dan normaal en moet er ter correctie een bril met positieve glazen worden gedragen. Bij bijziendheid ligt dit punt dichter bij dan normaal en moet er ter correctie een bril met negatieve glazen worden gedragen.
Ik heb IneedHelp-s0s inmiddels al per e-mail informatie hierover gestuurd met een paar voorbeelden erbij, waarin de benodigde berekeningen voor dit soort opgaven aan de orde komen.
Even voor de liefhebbers onder jullie: ik ben zelf bijziend en draag een bril met 2 in sterkte verschillende glazen. Het linkerglas heeft een sterkte van -4,75 dioptrie en het rechterglas heeft een sterkte van -9,5 dioptrie. Waar zou mijn nabijheidspunt ten opzichte van mijn linker- en mijn rechteroog liggen als ik geen bril zou dragen?

Vraag: de lenzenformule geeft 1/v + 1/b = S (de sterkte van de lens in dpt) = 1/f.

Moet ik de nabijheidsafstand als v of als b invullen? Ik weet het niet precies...al had ik dan wel een mooi cijfer over de repetitie over licht, lenzen en oog...

Laat b het nabijheidspunt zijn als ik geen bril zou dragen en v=20 cm het nabijheidspunt bij een correctie door een bril zijn. We nemen eerst het geval (bij mijn voorbeeld) ten opzichte van mijn linkeroog, dus S=-4,75 dpt, dus f= -1/4,74 m = -100/4,75 cm. Invullen in de lenzenformule geeft: 1/20 + 1/b = -4,75/100, dus 1/b = -4,75/100 - 1/20
= -4,75/100 - 5/100 = -9,75/100, dus b = -100/9,75,
ofwel ongeveer -10,26 cm, dus als ik geen bril zou dragen ligt mijn nabijheidspunt 10,26 cm ten opzichte van mijn linkeroog.
Nu nemen we het geval ten opzichte van mijn rechteroog, dus S=-9,5 dpt, dus f= -1/9,5 m = -100/9,5 cm. Invullen in de lenzenformule geeft:
1/20 + 1/b = -9,5/100, dus 1/b = -9,5/100 - 1/20
= -9,5/100 - 5/100 = -14,5/100, dus b = -100/14,5 = -200/29, ofwel ongeveer -6,90 cm, dus als ik geen bril zou dragen ligt mijn nabijheidspunt 6,90 cm ten opzichte van mijn rechteroog.