structuurformules
 

hoe zoek je de structuurformules op van stoffen waarvan je alleen de naam weet en maar vaag weet wat erin zit in je binas?

ik denk niet, dan zou binas erg dik moeten worden

je kunt op www.acros.be wel een structuurformule bekijken

Aan de naam kan je de structuurformule toch gewoon afleiden?
Of heb je het over de triviale naam?
Daar staan dacht ik een aantal stoffen in met hun triviale naam erbij.

nee t is meer dat k nog niet helemaal heb geleerd hoe die namen in elkaar zitten en mijn leraar toch beweert dat k ze op kan zoeken in mn binas :)

Geef eens een voorbeeld, dan.

Van een aantal stoffen staan er structuurformules in BINAS, maar dat zijn suikers en aminozuren (Tabel 67). In tabel 103 staat welke naam de verschillende groepen in een molecuul moeten hebben. Dit zou je eventueel om kunnen draaien, dat je de naam van de groep opzoekt en kijkt welke groep daar bijhoort. Misschien bedoelt je leraar dat.

Even een aanvulling: als je de nieuwe druk van Binas gebruikt (de vijfde druk) staan deze groepen vermeld in tabel 66D.

Ah, bedankt. Mijn Binas is alweer drie jaar oud, dus dat kan inderdaad veranderd zijn.

Niet alle structuurformules staat erin hoor.

weet iemand de structuurformule van 2-butaanamine?

Dat is toch heel simpel af te leiden? Amine-groep aan de tweede C-atoom.

NH2
|
CH - CH2 - CH3
|
CH3

(beetje lastig op te schrijven)

en hoe doe je 1-butaanamine dan?

(en methylpropeenzuur,
tetrachloormethaan en
3-broom-1,2,6-hexaantriamine)

Wil iemand dit mij uitleggen!

butaan is de stam C4H8, daar komt op de eerste C een Amine groep, dit gaat ten koste van de H. H2N-CH2-CH2-CH2-CH3

Methyl= CH3, propeen duidt op propaan met een dubbele binding. Zuur duidt op een carboxylgroep die al in het propeen in opgenomen. Dus geen extra C.
Is de enige mogelijke oplossing

Methaan= CH4
Chloor komt in de plaats voor de H. Tetra= 4, dus al het H wordt CL
C
CCl4

Hexaan is de stamnaam, op de 3 plaats zit een Br, en op de 1,2 en 6e plaats zitten een amine groep.

Kijk altijd eerst naar de langste keten. Dit geeft de stamnaam. Bij 1-butaanamine heb je 4 koolstofatomen achter elkaar, vandaar de stamnaam butaan. Omdat het om 1-butaanamine gaat zit de aminegroep dus aan het eerste koolstofatoom gekoppeld.
Bij methylpropeenzuur dient te worden aangegeven aan welk koolstofatoom de methylgroep zich bevindt. Omdat het om propeenzuur gaat weet je dat je 3 koolstofatomen achter elkaar hebt (denk aan propaan) en de uitgang -een geeft aan dat er tussen 2 van die 3 koolstofatomen een dubbele binding zit. De uitgang -zuur geeft aan dat er aan een van de koolstofatomen tevens een COOH-groep gekoppeld zit, waarbij nog moet worden aangegeven om welk koolstofatoom het gaat.
Tetrachloormethaan heeft dezelfde structuurformule als methaan. Bovendien zijn alle waterstofatomen door een chlooratoom vervangen, dus je kunt zo de structuurformule tekenen.
Bij 3-broom-1,2,6-hexaantriamine heb je 6 koolstofatomen achter elkaar, vandaar de stamnaam hexaan. 3-broom betekent dat zich aan het derde koolstofatoom een broomatoom bevindt, en aan het eerste, tweede en zesde koolstofatoom bevindt zich een aminegroep, vandaar dus de naam 3-broom-1,2,6-hexaantriamine. Verder verwijs ik je naar tabel 103C van Binas (vierde druk) of tabel 66D in de vijfde druk, en naar de desbetreffende hoofdstukken in je scheikundeboek, waar de naamgeving van koolstofverbindingen wordt behandeld.