![]() |
[Economie] vraagvergelijking
qv = ap + b
hierbij is qv de totale gevraagde hoeveelheid en p de prijs waarom is de a altijd kleiner dan 0 en de b groter dan 0? |
de b is een constante, die niet afhangt van de prijs p. Je gaat ervanuit dat als iets gratis is, er altijd vraag naar is: Voor een prijs van nul geldt: qv=b>0.
De a geeft het verband tussen de prijs en de vraag aan. Normaal gesproken zal het zo zijn dat de vraag bij een prijs van 1 groter zal zijn dan bij een prijs van 2 (de vraag neemt af als de prijs stijgt), dus a*2+b<a*1+b, dus a*2<a*1. Dit kan alleen als a kleiner of gelijk aan 0 is. |
a is dus niet altijd kleiner dan 0. Er zijn producten te bedenken waarbij de vraag stijgt als het product duurder wordt. Denk bijvoorbeeld aan schilderijen e.d. Het gaat dan eigenlijk altijd om statussymbolen.
|
Citaat:
|
Citaat:
|
:bloos:
nee, 2*0 is inderdaad niet kleiner dan 1*0 :) kleiner dan (en niet gelijk aan) 0 dus |
damn.. bij inferieure goederen is het normaal dat naarmate de prijs stijgt de vraag ook stijgt.. dus wat is nou normaal gesproken?
|
inferieure goederen zijn toch niet normaal gesproken
MAar sowieso vind ik je opmerking vreemd. INferieure goederen zijn goederen met een negatieve budget- of inkomenselasticiteit, dat wil zeggen dat ze minder gevraagd worden bij stijging van het inkomen. maar dit terzijde Het is toch typisch een uitzondering. Den kvoor jezelf aan wat normaal is. Koop jij liever een duurder product dan een goedkoop product van dezelfde kwaliteit?! |
Citaat:
Voorbeeld; koffie van de Aldi. Ben je een pauperige student (Your's truly) dan koop je dat bij de vleet, ben je goed aan het boeren, dan schakel je toch over tot versgemalen Keniaanse van de Bijenkorf. Hence; Aldi-koffie is een inferieur goed. En tevens een subsitutie-goed. Om dan even op de post zelf te reageren, een goed waarvan een prijsstijging leidt tot een grotere vraag is of een subsitutie-goed (de vraag neemt dan toe als de prijsstijging van substituten nòg sterker is) of een een of andere achternaam van de een of andere Britse econoom, ik weet niet weer wie-goed. De vraag neemt dan toe omdat men het door de hogere prijs als exclusiever en begeringswaardiger gaan zien. |
Citaat:
inferieure goederen is nog iets anders, daarvan daalt de vraag als het inkomen stijgt... maar de formule hier ( q = ap + b ) heeft alleen betrekking op de prijs & niet op het inkomen v de consument. en dus: b is constant dus die kan niet negatief zijn, (er kan nooit een vraag van -5 eenheden zen) & a es altijd negatief opdat hoe hoger de prijs hoe minder vraag er is |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
prijs v. h. goed != inkomen v. d. consument |
Citaat:
lees dat maar eens dan... |
lees wat verder er zijn 3 voorwaarden voor, het moet:
1) een inferieur goed zijn (waar het inkomens effect groter is dan het substitutie effect) 2) een gebrek aan substitutiegoederen zijn 3) het goed moet een voldoende groot percentage beslagen van het inkomen van de consument. Nu dit zijn dus geen "goederen" waarbij de vraagvergelijking negatief is maar een "situatie" waarbij de vraagvergelijking negatief word. |
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:46. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.