Scholieren.com forum - help! zuren en basen ->examen!

Citaat:

serena schreef:
1) NH3 + C2H5NH2: is het een buffermengsel
(voldoende hoeveelheden van stoffen oplossen in water->wat bedoel die daarmee?)?

Het is een buffer (ik hoop dat je dat snapt) je gooit dus een zwak zuur met bijbehorende base bij elkaar (tabel 49 binas).
aangezien NH2- een sterke base is en je deze oplost in water komt er veel oh- vrij. Deze OH- reageert dan weer met de base NH3 tot NH4+. Je krijgt dan op een gegeven moment een buffermengsel. Dit is wat ze er ongeveer mee bedoelen. Als je meer info hierover wilt ICQ me ff.
2)In welke molverhoudin moet C6H5COOH (zwak zuur) en C6H5COONa (bij oplossen splitst de Na + los van de rest) worden opgelost om een buffermengsel te bekomen met pH=3,90?
We hebben dan de volgende stoffen gekregen
C6H5COOH en C6H5COO- Dit is een zwak zuur me de bijbehorende geconjungeerde base.
Je krijgt deze rc C6H5COOH + H2O (pijl heen en pijl terug) C6H5COO- + h30+

Kz= {[C6H5COO-] x [h30]}/[C6H5COOH]=6.3.10^-5 (zie binas tabel 49)
Ph= -log[h30+] dus [h30+]=10^-3,90=1.26.10^-4 Dit vul je in dan krijg je
[C6H5COOH]/[C6H5COO-]=[h30+]/kz
de h30+ en de kz zijn bekend de molverhouding dus ook.

3) Aan 100 ml HNO2opl (c=0,5 mol/L)wordt 50 ml NaOH (c=0,6 mol/L)toegevoegd. Hoe verandert hierdoor de pH van de opl? Het reactiemengsel wordt dan met H2O aangelengd tot 500ml. wat wordt de pH van deze opl?
HIER HEB IK ff geen zin meer in misschien snapj je het wel uit het bovenbstaande

Weet iemand hoe je die berekeningen moet maken?