Ochtend
 

Ochtend

Tikken van regen op de straat
Een brommer die start, een vogel die fluit
Mijn wekker die plotseling gaat
Ik weet het, ik moet mijn bed nu uit

Ik schud de dromen uit mijn hoofd
Verlos me van het wekkerlawaai
Ik ruim m'n kleren op zoals beloofd
God, wat is de ochtend saai

Ontbijt; jam en hagelslag
Een kopje thee, een droge cracker
Zo gaat het nu iedere dag
Hé, gaat daar nu alweer die wekker?

Nee, dit keer is 't de telefoon
Wie heeft dat ding in godsnaam uitgevonden?
Ik strompel van tafel, op m'n gemakje gewoon
Hallo? ... Shit, verkeerd verbonden.

Ik vervolg mijn ritueel, ietwat van slag
Dan pas dringt het tot me door
Kut, het is zaterdag.

Hmm, vind het wel wat hebben. Vooral leuk dat zo naar voren komt dat het door een jongere geschreven is, dat mis ik vaak. De belevingswereld van een jongere, op een nuchtere manier beschreven.

Over je gedicht zelf ben ik minder te spreken, je rijm vind ik niet goed gebruikt. Ik denk dat je met een abcb schema veel beter uit de voeten had gekund. Taalgebruik vind ik wel goed, het idee erachter ook, alhoewel ik de clou aan het eind een beetje flauw vind.