gedeelte van [Verhaal] Treinkaping.
Een steek van jaloezie volgde, hoewel ik op het moment dat we daar zaten er ook wel een vlaag van realiteitsbesef voelde. Natuurlijk was deze tijd voor het meisje ook niet géniaal, helemaal niet zelfs. Ik kon me goed voorstellen hoe het meisje zich moest voelen, elke dag naar school, huiswerk maken, ouders die je constant berispen en het altijd beter weten, maar bovenal de concurrentie, de onzekerheid en de prestatie-drang. Ik heb nooit zoals zij mijn huiswerk gemaakt. Ben nooit zomaar begonnen. Hoe graag zou ik dat overdoen... Het uitzicht werd inmiddels steeds slechter, van weilanden naar snelwegen, waar we wederom stil stonden. Het lawaai was verschrikkelijk! De mensen kwamen nader tot elkaar. En zij, zij het meisje dat verbeelde hoe ik had kunnen zijn, of misschien wel had mòeten zijn, zat daar stilletjes met haar pen en haar boek. Natuurlijk niet zonder morren maar dat werwachtte ik ook niet. Inmiddels duurde de "storing" al ruim twee en een half uur en stond mijn schoonzusje waarschijnlijk niet meer te wachten. De honger werd steeds erger en de zin in de peuk die ik vanmiddag in mijn buideltasje gestopt had ook. Tanden op elkaar, kijken naar de blauwe lucht boven ons en de snelweg onder ons. Ze was klaar, met frans dan, en vertrok richting het stinkende toilet. Ik wist dat ze daarheen ging omdat we het eerder over het toilet gehad hadden. Of je wel mocht piesen als de trein stilstond. Ik wist dat het er stonk omdat ik er zelf ook was geweest om mijn mascara op te doen.
Reacties?
|