![]() |
Commentaar graag
‘Waar ga je heen?’
Ik verstijfde en draaide me om. Haar ogen flitsten in de schaduwen van de gang. ‘Dat gaat je niks aan.’ Ze lachte schel en hooghartig. ‘Kijk maar uit, Imme. Je weet niet waar ik toe in staat ben.’ Ze naderde me vanuit het duister van het stille huis. ‘Je hebt geen flauw benul van wat ik met je kan doen, Imme. Ik kan je maken. Ik kan je breken. Ik kan het.’ Elke spier in mijn lichaam spande zich; mijn rechterhand omklemde de stiletto in mijn jaszak. Zelfbeheersing, dat was het sleutelwoord. Ik moest me nu inhouden; straks zou ze haar trekken thuis krijgen. ‘Ik kan je verraden. Ik kan je leven veranderen in een hel. Ik kan je aangeven. Ik kan alles van je vertellen.’ Nog een stap dichterbij kwam ze. Ik voelde haar adem op mijn gezicht. Haar stem klonk nu heel zacht, haast onverstaanbaar. ‘Besef je dan niet, Imme, dat jouw lot in mijn handen ligt?’ Ik weerstond de verleiding haar in haar neus te bijten en siste: ‘Je kunt het niet, Rebekka. Het spijt me, maar je hebt geen macht over me. Je kunt me niet breken.’ Haar ogen flitsten. ‘Jij kunt nog niet zoveel als een noot kraken, laat staan mij. Ik ben onbreekbaar.’ Haar handen jeukten, ik zag het aan de ingespannen trekken van haar gezicht, maar voor ze uithaalde, had ik de deurknop al omgedraaid en was ik, geruisloos, zonder een spoor achter te laten, in de duisternis verdwenen. zo beter? |
Leest goed. Ik heb nu nog niet echt het idee dat het heel origineel is ofzo, maar het is nog zo kort dat het natuurlijk altijd nog heel origineel kan worden! Ja goed geschreven wel en verder kan ik er niet veel over zeggen.
|
Ik moest me nu inhouden; straks zou ze haar trekken thuis krijgen. Deze zin vind ik een beetje vreemd Nog een stap dichterbij kwam ze. Hier zou ik van maken; Ze kwam nog een stap dichterbij. Vind ik persoonlijk mooier. Verder vind ik het wel een goed stuk, zou graag verder lezen. |
Leuk stuk, maar schrijf je Rebekka met twee k's? Wow, ik dacht altijd dat het met twee c's was...Weer wat geleerd :p
Maarehm, leuk stuk.. :) Nijn* |
Ik zal niet gebroken zijn? :s
Gekunstelde zin. |
Citaat:
|
straks zou ze haar trekken thuis krijgen.
Ik snap die zin niet. :o Verder leest het lekker. Ik ben wel een klein beetje nieuwsgierig hoe het verder gaat, maar misschien kun je de spanning nog meer opbouwen door niet zo 'snel' te schrijven... meer beschrijven, zoals gezichtsuitdrukkingen, zodat het stuk iets langer wordt. Dat bouwt meer spanning op. :) |
Jij kunt nog niet zoveel als een noot kraken,
krom :s Grim |
jij wel dan?
Rebekka wist niet waar ik heen ging en ik wist, dat ze zich daar heimelijk ontzettend aan ergerde. Ze meende dat ze, omdat haar moeder het nou toevallig zo goed kon vinden met mijn vader dat ze bij ons in huis woonde en haar dochter had meegenomen, het recht had om al mijn in- en uitgangen persoonlijk te bewaken. Ze scheen er geen groter genoegen in te scheppen dan mij dag en nacht te bespieden. Ze was mijn schaduw, met het enige verschil dat ik op haar niet kan trappen en op mijn schaduw wel. Ik schudde mijn lange, steile haar naar achter alsof ik de gedachte aan haar van me af wilde schudden. Ik had belangrijkere dingen aan mijn hoofd. Ik stak mijn rechterhand in mijn jaszak. De stiletto zat er nog in en even ging mijn hart een slagje sneller slaan; wat als ik...? Kwaad trapte ik tegen een lantaarnpaal en verbood mezelf zulk soort dingen zelfs maar te denken. Ze was irritant, ze was dodelijk irritant, maar dat gaf me nog geen reden die stiletto ook echt te gebruiken en in een opwelling haalde ik hem uit mijn zak en smeet hem in de gracht. Een zachte plons vertelde me dat het stalen mes het drabbige water van de Herengracht had bereikt. Ik liep verder, zelfverzekerder dan ooit. Ik had geen stiletto’s of kapotte blikopeners of naaischaren nodig om mezelf te verdedigen. Ik had het gevoel dat niemand me ooit nog iets aan zou durven doen. Met verende passen liep ik door de straten, alsof Amsterdam van mij was. Dat klusje had ik zo geklaard, en dan zou ik weer naar huis kunnen, in mijn bed gaan liggen en Rebekka morgen vertellen dat ze niets, maar dan ook helemaal niets in mijn leven te zoeken had. Maar eerst dit. ‘Kop erbij, Imme,’ fluisterde ik tegen mezelf. ‘Één ding tegelijk graag.’ Snel maar voorzichtig schoot ik in een steegje, waar ik al tientallen keren geweest was. De vertrouwde geur van menselijke uitwerpselen mengde zich met het doordringende aroma van Schotse whisky. Ik sprong over een stapel vuilniszakken, bukte om een slingerende kamperfoelie te ontwijken en bereikte zo een verveloze oude deur. Ik klopte drie keer snel achter elkaar en luisterde. Eerst hoorde ik niks, daarna klonk er een zacht gestommel, gevolgd door een gemorrel aan de deur. Krakend en piepend ging de deur open. ‘Ik ben het,’ fluisterde ik. De man in de deuropening staarde even glazig voor zich uit; toen verscheen er iets van begrip op zijn afgestompte gezicht. Hij stak een hand op, ten teken dat ik even moest geduld moest hebben, en verdween weer. Leunend tegen de koude en beslist niet schone deurpost wachtte ik tot hij terugkwam met “de bestelling”. Even later klonk er opnieuw bestelling en drukte de man me een zware boodschappentas in handen. Ik pakte hem aan, mompelde een bedankje en deed een stap naar achter. ‘Hé!’ riep de man. ‘Wordt d’r nie meer betaald, wijffie?’ ‘Op de rekening,’ zei ik en zocht vlug mijn weg terug tussen de troep door. Achter me hoorde ik de man schelden en vloeken, maar hij kwam niet achter me aan en even later hoorde ik hoe de deur dichtsloeg. Ik glipte de straat weer op, die opvallend licht en groot was vergeleken met het kleine benauwde steegje waar ik uit kwam. Ik verplaatste de boodschappentas zodat hij niet zo in het licht hing en begon terug te lopen. Het was gelukkig niet ver; mijn vaders dealer woonde dichtbij ons huis, allebei in dezelfde, vervallen buurt en even later stond ik weer voor ons eigen huis. Ik staarde even omhoog langs de gevel, die nodig aan een likje verf toe was. Nu kwam het lastigste deel: hoe kreeg ik die tas naar binnen zonder dat Rebekka het zou zijn? Het was niet zo slim van me, bedacht ik nu, om ruzie met haar te maken terwijl ik er op uit moet voor een “bestelling”. Want al wist ze niet dat ik vaders Whisky haalde, – één van de dingen waar ik trots op was – ze vermoedde wel van alles. Ze wist drommels goed dat ik iets te maken had met de volle flessen die ze in de spoelbak van de wc vond en de lege die in de meterkast stonden, maar ze kon niks bewijzen en dus ook niks aan haar moeder vertellen. Haar moeder wist het niet; ik betwijfelde zelfs of ze zelfs door had dat haar vriend dronk. Ik begreep niet hoe zo’n achterlijk en kortzichtig mens zo’n scherpzinnige dochter als Rebekka kan hebben. Rebekka’s moeder – van haar moet ik ‘mama’ zeggen, maar ik blijf haar steevast mevrouw Deurnings noemen – maakt lange dagen in een fabriek, waar ze zulk stompzinnig werkt doet dat er zelfs geen dertienjarige scholieren zitten, en als ze thuiskomt – dat wil zeggen: in óns huis komt – is ze doodop en grijpt ze meestal zelf naar de fles. Ik stond nog steeds voor ons huis en begon het koud te krijgen. ‘Dit is belachelijk,’ zei ik tegen mezelf, ‘dit is nota bene je eigen huis! Kom op, ga naar binnen en gooi Rebekka de trap af, zodat ze de lege flessen gezelschap kan gaan houden in de bezemkast.’ Had ik mijn stiletto maar niet in de gracht gegooid! Het voelde nu als zo ongeveer het domste wat je kunt bedenken. Het alsof ik Rebekka hoorde: ‘Imme, Imme. In deze buurt heb je nu eenmaal een stiletto nodig! Soms vraag ik me af hoe mijn intellect het overleeft terwijl het constant door de negatieve golven van jouw hersenloosheid wordt beïnvloed.’ Ze kan de pot op met haar negatieve golven, dacht ik, maar ik wil mijn stiletto terug! Het meest beangstigend was nog het feit dat Rebekka er wel één had – zij is niet de enige die goed is in bespioneren; wie kaatst kan de val verwachten. Straks staat ze me achter de deur op te wachten om me te overmeesteren! ‘Imme, paranoïde die je bent, Rebekka kan toch niet ruiken dat jij je mes kwijt bent! Ga naar binnen, ruim die flessen op en ga slapen.’ Mezelf belachelijk en schizofreen vindend glipte ik uiteindelijk door de achterdeur naar binnen, stopte de flessen zorgvuldig weg in de badkamer achter een stapel dweilen, die toch nooit gebruikt werden omdat niemand in dit huis het in zijn hoofd zou halen te gaan dweilen. Daarna sleepte ik mezelf zo onhoorbaar mogelijk naar mijn kamer en viel met mijn kleren nog aan in slaap. |
het spreekt me niet aan, maar dat is meer een kwestie van smaak denk ik
Aléantheriël |
Sorry ik kom er niet doorheen :bloos: ..morgen zal ik het nog eens proberen..
|
Citaat:
|
Citaat:
Verder, hoe kom je erop dat ik die opmerking aan jou richt? Die zou in dit verband echt nergens op slaan omdat ik jouw fysieke kracht plus tact niet ken :) Gefrustreerd persoontje.... Ik ben wel door het tweede stuk heengekomen, maar zo fantastisch is het niet. Het geheel komt nogal aanstellerig op me over, waardoor ik het geheel ook een beetje meelijwekkend vind. Ik vind je schrijfstijl ook niet echt top, maar kan niet zo even zeggen waar dat aan ligt. Wsch iets algemeens :) Naja, buiten dat, dit is ook niet echt mijn favoriete genre om te lezen, als het al ergens bij in te delen is. Er gebeurt niet veel, dit lijkt wel alsof je zoveel mogelijk schrijft om de regels vol te krijgen. Ik heb niet gezocht naar spellingsfoutjes. Grim |
hierbij mijn collectieve excuses: ik wil niemand beledigen, als ik dat gedaan heb, maar ik ben nu eenmaal beter in beledigingen maken dan in verhalen schrijven - dat heb ik vaker gehoord. (en verder: jullie hebben gelijk, het gaat nergens over, maar ik kan dan ook geen korte verhalen schrijven die wél ergens over gaan, dan moet ik minstens op de 20 blz zitten)
|
Citaat:
Verder, schrijf dan iets van 20 pages? Grim |
als ik iets van 20 bladzijden schrijf, wil jij het niet lezen - echt niet. ik lees het zelf meestal niet eens over, daar heb ik nooit zin in
ik weet het, ik ben tactloos - mea culpa, aangeboren afwijking |
Citaat:
Zelf overlezen is heel goed, zeker als je het een paar dagen later doet. Dan kijk je er (vaak) met andere ogen tegenaan en kun je, indien nodig, dingen herschrijven. Maar de eerste 20 bladzijden van een verhaal zijn het belangrijkste. In deze bladzijden is het namelijk van belang dat je de aandacht van de lezer trekt én vasthoudt. |
omdat ik niks beters te doen heb
nee, das niet waar, omdat ik het gewoon leuk vind, maar ik doe er nooit wat mee, dus je hebt eigenlijk wel gelijk. ik lees het ook altijd wel over, maar dan erger ik me aan zoveel dingen dat ik aan het veranderen blijf en dan ben ik er nog niet tevreden mee |
Citaat:
|
Hmm, ik vind het eigenlijk wel leuk. Het verhaal vind ik wel origineel tot nu toe, behalve een paar kleine dingetjes misschien.
Van mij mag je wel een vervolg plaatsen hoor! :) Ben benieuwd naar hoe ze Rebekka van de trap afsodemieterd en hoe het zit met die drank en zo! |
Sommige mensen zeggen dat je van slaap uitrust, maar als dat zo is, slaap ik nooit. Ik lig alleen op mijn bed, schakel mijn bewustzijn uit en doe mijn ogen dicht, maar slapen doe ik niet, want als ik wakker word, ben ik haast nog vermoeider dan voor ik in bed kroop en ik heb wel enig idee hoe dat komt.
Ons huis in niet al te groot; om het maar niet eufemistisch te zeggen: het is ontzaglijk klein. Beneden is er een heel smal keukentje dat nauwelijks de benaming keuken verdient, omdat je er je kont niet kunt keren. Naast de keuken is een woonkamer, die meer weg heeft van een wachtkamer, omdat niemand die er in zit echt vrolijk is. Als vader er zit, kijkt hij begerig, want in de woonkamer mag hij niet drinken. Als Rebekka’s moeder er is, is ze doodop en denkt ze alleen maar aan wijn en een sigaret. En Rebekka is er alleen als ik er ben, om mij te bespioneren, en daar kijkt ze ook nooit vrolijk bij, en omdat ik het ook niet prettig vind om bespioneerd te worden, zit er nooit iemand met een opgewekt gezicht in de woonkamer. Boven zijn drie slaapkamers; een voor vader en mevrouw Deurnings en één die zo vol troep staat dat zelfs de grootste smetvreesleider het niet aan zou durven hem op te ruimen. Zo blijft er nog maar één, minuscuul bezemkastachtig kamertje over. Voor mijn vader mevrouw Deurnings leerde kennen was die kamer altijd van mij alleen, maar nu moet ik hem delen met Rebekka. Geloof me, ik zou er alles voor over hebben om aan deze dagelijkse en nu dus ook nachtelijke marteling te ontkomen. Een zolder hebben we niet, in de woonkamer kun je niet slapen omdat het er stinkt naar rook, de keuken is al te smal voor een lilliputter en het laatste, kleine kamertje op de bovenverdieping opruimen zou zelfmoord zijn. Dus lig ik hier, slechts anderhalve meter van Rebekka, en vraag me af of zelfmoord niet toch een goed idee zou zijn. Ik zou er in ieder geval een goede daad me verrichten, bedenk ik wrang. Ja, ik weet het, het is nu weer in de tegenwoordige tijd: wat leest beter, verleden tijd of tegenwoordige? |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:09. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.