![]() |
Rieman som
ik snap er niet zo veel van:
http://www.scholieren.com/~ekki/plaatjes/riemann.jpg hoe komen ze hier aan d : 4 × 1/2 × 100 × 101 - 100 × 3? ik ben benieuwd of iemand het weet en het me uit kan leggen. |
Is dat niet de Gaus methode ofzo??
Heb geen tijd om er lang naar te kijken, maar dit is mn eerste indruk. |
Citaat:
martin gaus? nee, geintje. maar dat weet ik al helemaal niet. |
Als je de rij 10 op wil tellen dus 1+2+3.....+10 dan deed Gaus het volgende,
je zet de 2 rijen onder elkaar maar dan is de onderste tegenovergesteld aan de bovenste, 1+2+3+4+5+6+7+8+9+10 10+9+8+7+6+5+4+3+2+1 ----------------------------------- + 11+11+11+11+11+11+11+11+11+11+11 Je ziet dat er steeds hetzelfde uitkomt, als je nu 11*10 doet dan krijg je het dubbele, dus je vermenigvuldigt dit nog met 1/2 |
Citaat:
maar ik kan 't nog ff niet toepassen op dat voorbeeld. |
Citaat:
|
Citaat:
toch bedankt voor het meedenken. |
Het eerste deel kan dus met gauss worden uitgelegd:
Code:
1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + ... +100 100 x 101 x 1/2 Die moet je met 4 vermenigvuldigen dus: 4 x 100 x 101 x 1/2 de tweede sommaatie is flauw. Je telt 100 maal 3 bij zichzelf op dus dat wordt: 3 + 3 + 3 + 3 + 3 +... + 3 en dat is (definitie) 100 x 3 achter elkaar zetten geeft dus 4 x 100 x 101 x 1/2 - 100 x 3 Dusss |
Ik zat wel in de buurt dusss :D Of richt ik nu een geladen pistool op mijn eer?
|
Citaat:
dankjewel voor het 'er dichtbij zitten'. |
Citaat:
|
Citaat:
Je hebt mn dag weer goed gemaakt!! ik wist dat ik iets in me had. |
riemann som, das toch met integralen enzo hé?
nouja inleiding tot toch |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Riemanns Habilitationsschrift uit 1854 (een verhandeling die hem een benoeming als Privatdozent aan de universiteit van Göttingen opleverde) bevat de definitie van de naar hem genoemde integraal, die hij definieerde naar aanleiding van zijn onderzoek naar de voorwaarden waaronder een goniometrische reeks te integreren is. Uit later onderzoek bleek dat er ook functies bestaan waarvoor geen Riemannintegraal kan worden gegeven. Dit leidde uiteindelijk tot de definitie van de Lebesgue-integraal, die in 1902 door Henri Léon Lebesgue in zijn proefschrift Intégrale, longeur, aire (integraal, lengte, oppervlakte) werd gepubliceerd. Tevens leidde het onderzoek van deze functies tot het ontstaan van de maattheorie, waarin het integraalbegrip wordt gegeneraliseerd, met de Lebesgue-integraal als het bekendste voorbeeld. |
Citaat:
Het gaat hier dus om rijen, somrijen, verschilrijen etc. En dat heeft per direct niet met Riemannsommen te maken. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:06. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.