löss, een complex fijnkorrelige afzettingen, in Europa voorkomend in een brede, discontinue zone van de westkust van Frankrijk tot ten noorden van de Kaspische Zee. De löss in Europa, in Siberië, in China en in Noord-Amerika wordt beschouwd als een door de wind aangebrachte afzetting gevormd onder periglaciale omstandigheden. De verbreiding van de löss hangt samen met factoren als reliëf, vegetatie en aard van de ondergrond tijdens de sedimentatie van de löss. Löss bereikt in Europa plaatselijk dikten van 20 m. In de Verenigde Staten vindt men de löss vooral in de staten Nebraska, Iowa, Kansas en Illinois. In China komt löss over zeer grote oppervlakten voor en bereikt daar dikten tot 100 m; of deze löss geheel eolisch is gevormd, is nog onvoldoende onderzocht.
Karakteristiek voor de löss is de korrelgrootteverdeling, waarbij de fractie 20 tot 50 µm sterk op de voorgrond treedt en veelal meer dan 65 gewichtsprocenten omvat. Soms echter komen er grillig gevormde kalkconcreties in voor (lösspoppetjes).
In Nederland komt de löss, wel aangeduid als Limburgse klei, ten zuiden van Sittard over grote oppervlakten voor. Er komt ook een lössachtige afzetting voor in een zone tussen Velp en Ellecom, aan de lijzijde van een stuwwal van de Veluwe en aan de lijzijde van de stuwwal bij Nijmegen.
In België is Haspengouw het lössgebied (zie Haspengouwse Leemstreek).
http://www.endoria.net/upload/?bekijk=1954601107
|