In de warme geur van wierrook
en kaarslicht als sterren
in een lange donkere nacht,
daar zingt zij haar mooiste tonen,
gevonden in de woorden
en een klank met oneindige kracht
Ze huilt de tranen van het
mooi sprekend kind in haar,
dat het hart laat leven
en de randjes ijs laat smelten
om altijd liefde en vertrouwen
te kunnen nemen en geven
Ze vond ik haar, betraand
maar gevonden, in het schemerend
licht, zwarte ogen en gezicht bleek,
toch warm en zo echt, precies
zoals zij is, zo vond ik haar,
toen ik in mijn spiegel keek
|