Wat ik de laatste paar dagen schrijf is niet echt goed, maar ik krijg het niet uit mn hoofd. Vandaar dat ik het toch opschrijf en dus ook plaats.
En al zou ik dan gelogen hebben,
over een bloembed vol rozerood,
over liefde zelfs, een leven lang,
’t was enkel een vlucht die ik jou bood.
Een vlucht weg van de doodsheid,
van de stilte die rond jou hangt,
koester dus jegens mij geen haat of wrok,
omdat ik geef wat jij verlangt.
Ik redde jouw wezen met duizend leugens
en jij ontving liefdevol mijn rozen rood.
Zo ben jij de dans van het leven niet ontsprongen,
enkel de rozen zijn nu dood.
|