Hmm ik snap iets niet... In 'Moderne Wiskunde' B1 deel 5, bladzijde 51 staat rechtsonderaan een voorbeeld (hoe bereken je een inhoud van een ruimtelijke figuur met behulp van integreren). Kan iemand mij uitleggen waarom die zijden allemaal 1/2 h zijn? En waarom is PS dan 1/4h wortel 3? Vreemd gedoe..