|
Toen ik net stond te roken, buiten in de regen, vluchtte ik naar het houthok. De regen viel met bakken ups en downs in het slootje achter mijn huis. Ik stond daar maar, te roken en kou te vatten, hopend wat van je te horen. Je zei; 'Ik bel je wel als ik op school ben, okay?Want ik versta je heel slecht.' Dat is goed, ik stuurde je een raar smsje vannacht, die je niet echt plaatsen kon.
Het enige wat ik ermee zeggen wilde, was dat ik me stom voelde over zaterdag. Je stuurde me een brief vrijdag, en ik denk dat na de drank ik er een beetje emotioneel van werd. Ik had de zenuwen ervan, en nadat ik drie keer overgaf ben ik even alleen gaan zitten. Het werd me teveel, en mijn hoofd nam me in de maling. Wat was dat voor een glimlach naar Roos?
Miranda kwam bij me zitten en kwam me troosten, ik huil nooit. Ik ween. Maar dit keer huilde ik, ik kon het gewoon even niet meer, dat groothouden. Toen ging de deur open, ik hoorde je skibroek, herinnerde dat die je goed stond. Hij paste ook mooi bij het thema van vanavond. Je belde iemand, en nadat ik mijn telefoon 5 keer over voelde gaan, wist ik dat je mij belde.
'Wil je dat ik Marnix haal?' Nee, dacht ik. Je stond druk te DJ-en en ik wilde er geen heisa om maken. Dit keer zou ik het anders aanpakken, maar hoe kon ik dat doen terwijl ik me zo voelde?
En toen je kwam, kwam je heel dichtbij me zitten en pakte me vast zoals je dat nog nooit hebt gedaan. Het voelde zo veilig, en de woorden die ik sprak leken zo hard. Ik haat je en ik hou van je, dat is wat ik je zei. Koel. We hadden het al zo koud.
Ik zei dingen die ik meende en die ik niet meende maar die zei ik omdat mijn hart bloedde. Ik haat je is namelijk helemaal niet het geval, en al helemaal niet op de manier zoals je me lief troostte.
Waarschijnlijk liet ik je schuldig voelen, Marga zag je nog nooit zo overstuur. Dat half uur dat je naar me zocht, heb je me gevonden, en ik jou terug. Je voelde je rot, ik weet het zeker, maar een traan liet je niet.
Niet dat die regen over je wang perse moest, hoor. Ik voelde wel je gevoelens toen we daar samen zaten. Die avond wilde ik je vragen of het ja of nee was. Dat deed ik niet, ik wilde je niet verwarren en het allemaal erger maken. Ik weet niet of ik een antwoord op die vraag wil. Maar toen wij over het strand liepen, en jij nepstruikelde over die lekkere paal op het strand, mijn hand vast hield en kuste bij de uitkijkpost, wist ik dat het goed zat. Dat je me waarschijnlijk, misschien, gemist had. Vergeten was hoe ik was en hoe jij je voelt als je bij me bent.
Ooit zei je zelf 'Als het met jou niet lukt, lukt het met niemand.' Ben ik dan zo speciaal? Vul ik je soms zo vol met liefde? Liefde komt met ups en downs, en altijd als ik je zie ben je geweldig, ontzettend mooi en speciaal. Dat wilde ik je eventjes zeggen, dat liefde niet altijd up kan zijn, maar soms ook down.
Maar ik laat me niet kisten, ik zie je zo graag. Maar toen ik gister thuiskwam, en Marga vertrok. Toen ik ging slapen, je smste en weer wakker werd. Wilde ik je naast me, gezellig knuffelen.
Eerst was ik wanhopig naar je, toen smste ik. Je hebt me waarschijnlijk, -misschien- verkeerd begrepen. Er stond in dat ik je niet nog een keer kwijtwilde. Zoals afgelopen twee keer. Is het een ja of nee? Is het misschien of zeker weten? Is het met de hakken over de sloot of een GVR stap de goede richting in?
Elke keer als ik bij je ben, spreken je ogen. Op het strand spraken ze, ze werden groot. Eerst dacht ik 'Zie ik er wel okay uit?' Maar toen zag ik het, door die twee keer onzekerheid heen.
Ben je van mij blijven houden, ben je niet weggegaan, heb je geen stomme dingen gezegd. Lieverd? Wat ik je zeggen wil, is dat ik een derde keer niet trekken ga. Het is of ja óf nee. Niet om jou voor de keuze te stellen, maar om zekerheid te krijgen. En om een ding de wereld uit te helpen, ik zei nare dingen. Maar een ding moet je weten. Ik haat je niet, ik hou van je.
|