GEGEVEN:
Aan de zuiverheid van een dobbelsteen wordt getwijfeld. Om de zuiverheid te toetsen wordt er 100 keer mee geworpen. Daarbij wordt gelet op het aantal keren dat er 6 geworpen wordt.
GEVRAAGD:
a) Formuleer het toetsingsprobleem door X, H0 en H1 te beschrijven.
b) Hoe luidt de conclusie als er bij 100 worpen 10 keer een 6 gegooid wordt? Neem significantienivea alfa=5%
----------------------------------------------------------------------
Het antwoord op a) lukt wel, X is het aantal keren 6, H0 : p = 1/6, H1 : p is ongelijk aan 1/6.
Maar het antwoord op b), daar kom ik niet op. Volgens mij moet het kunnen met normalcdf, maar wat moet ik dan intoetsen?
Kunnen jullie mij helpen?
|