Je hebt van elke eigenschap, twee allelen die daarvoor 'coderen'. Oftewel: die het beschrijven. Voor oogkleur? Twee allelen. Die kunnen of hetzelfde zeggen (alletwee zeggen ze dan 'bruine ogen!' of iets anders: dan zegt de één bijvoorbeeld blauwe ogen, en de ander bruine ogen.) Er komt er echter maar één tot uitdrukking, dat is degene die dominant is of toevallig ééntje als ze beide even 'sterk' zijn.
Homo betekent gelijk. Homo's zijn dan ook altijd twee mannen of twee vrouwen. In gen-taal betekent het dus dat je hetzelfde allel tweemaal hebt. Je hebt dus AA of aa. De allelen zeggen dus hetzelfde. Dan maakt het niet uit welke tot uiting komt.
Hetero betekent iets als anders. Dat is dan dus man en vrouw. Niet twee mannen (want dat is al gelijk). Dat is dus áltijd Aa. Want er zijn geen andere mogelijkheden als je heterozygoot bent (want Aa = aA, en de andere opties zijn aa en AA en dat zijn dus homo's).
Iederéén kan heterozygoot of homozygoot zijn voor een eigenschap. Het maakt helemaal niets uit of je toekomstige partner dat dan ook is. Dus als papa homozygoot is, zegt dat niets over mamma.
Homozygoot en heterozygoot zegt niet zoveel over dominant en recessief. Dominant herken je aan de Hoofdletter (de A, de B, de C) en die komt altijd tot uitdrukking, als hij tenminste aanwezig is. Dus heb je Aa, dan wint de A. En heb je AA, dan zijn ze alletwéé dominant/sterk, en komt er dus sowieso een A uit.
Recessief is zwakker. Die herken je aan de kleinere letter (de a, de b, de c). Als je één dominant allel hebt (A) en één recessief (a) dan heb je dus Aa, dat is heterozygoot, en dan wint de A. Je ziet dus de A naar buiten komen, als de A bruine ogen is, en de a blauwe ogen, heeft een persoon met Aa bruine ogen. De A wint.
Een recessief allel kan ook alleen maar tot uitdrukking komen als er geen dominant allel is: dus aa. Dan heeft iemand blauwe ogen.
Oftewel: zie je iets aan iemands uiterlijke (fenotype) dat dóminant is (zoals bruine oogkleur) dan weet je dat hij ten minste één A heeft. Is zo'n persoon homozygoot, dan is het AA, is ie heterozygoot, dan is het Aa.
Als iemand een recessief kenmerk in z'n uiterlijk heeft (blauwe ogen) weet je sowieso dat zijn/haar genotype aa is. Als er namelijk een 'A' in zou zitten, zou die winnen en had de persoon bruine ogen.
|