[SK] vragen scheikunde

Hoe kan je bv deze vraag oplossen?
Ik heb echt geen idee wat ik hier mee moet :$

Bereken hoeveel kg water ontstaat bij de volledige verbranding van 6,0 L (= 0,42 kg) waterstof.
alvast bedankt (:

Begin met het opstellen van de reactievergelijking van de volledige verbranding van waterstof. Uit deze reactievergelijking kun je de molverhoudingen waarmee de stoffen reageren afleiden. Probeer dit eens en kijk of je dan verder komt.

Uomi schreef:

Begin met het opstellen van de reactievergelijking van de volledige verbranding van waterstof. Uit deze reactievergelijking kun je de molverhoudingen waarmee de stoffen reageren afleiden. Probeer dit eens en kijk of je dan verder komt.

uuhm okeey, hoe kan je de reactievergelijking van de volledige verbranding van waterstof maken dan?
Kan je dat in je Binas ofzo vinden?
K'voel me echt dom xd maargoed wat zijn molverhoudingen dan? (:
Iig bedankt!

[Epicurus]

Je moet bij jezelf nagaan welke stoffen je hebt en wat de eind-stoffen zijn.

In het begin heb je sowieso waterstof. Dit heeft de scheikundige formule als H₂.
Je weet dat je te maken hebt met een verbranding. Een ander woord voor verbranding is oxidatie. Je hebt dus ook zuurstof nodig. De scheikundige formule voor zuurstof is O₂.

Na de pijl ontstaat er water, zoals je zelf al aangaf bij de eerste post. Deze formule is H₂O.

Nu je dit weet, weet je wat er voor en wat er na de pijl komt.

H₂+O₂-->H₂O
Je hebt nu links van de pijl 2 waterstofatomen en 2 zuurstofatomen, rechts heb je echter maar één zuurstofatoom en twee waterstofatomen. Probeer dus nu de reactievergelijking kloppend te maken.

Epicurus schreef:

Je moet bij jezelf nagaan welke stoffen je hebt en wat de eind-stoffen zijn.

In het begin heb je sowieso waterstof. Dit heeft de scheikundige formule als H₂.
Je weet dat je te maken hebt met een verbranding. Een ander woord voor verbranding is oxidatie. Je hebt dus ook zuurstof nodig. De scheikundige formule voor zuurstof is O₂.

Na de pijl ontstaat er water, zoals je zelf al aangaf bij de eerste post. Deze formule is H₂O.

Nu je dit weet, weet je wat er voor en wat er na de pijl komt.

H₂+O₂-->H₂O
Je hebt nu links van de pijl 2 waterstofatomen en 2 zuurstofatomen, rechts heb je echter maar één zuurstofatoom en twee waterstofatomen. Probeer dus nu de reactievergelijking kloppend te maken.

Aaah zo !
ik denk gewoon veelste moeilijk, maarre klopt het zo dan?:
2H₂+O₂-->2H₂O

your'emyangel schreef:

Aaah zo !
ik denk gewoon veelste moeilijk, maarre klopt het zo dan?:
2H₂+O₂-->2H₂O

Ja dat klopt, want nu is het aantal atomen H en O aan beide kanten gelijk.
Maar ik snap iets niet... 6,0 liter waterstof kan nooit 0,42 kg zijn? Waterstof is het lichtste gas. Dat weegt geen drol. Het weegt dan volgens mij 0,53928 gram?

TythorZeth schreef:

Ja dat klopt, want nu is het aantal atomen H en O aan beide kanten gelijk.
Maar ik snap iets niet... 6,0 liter waterstof kan nooit 0,42 kg zijn? Waterstof is het lichtste gas. Dat weegt geen drol. Het weegt dan volgens mij 0,53928 gram?

Okee, tsjaa deze vraag stond op een proefexamen ik dacht in die van 2010 ik heb ook geen idee of het kan ;p

Epicurus schreef:

Je moet bij jezelf nagaan welke stoffen je hebt en wat de eind-stoffen zijn.

In het begin heb je sowieso waterstof. Dit heeft de scheikundige formule als H₂.
Je weet dat je te maken hebt met een verbranding. Een ander woord voor verbranding is oxidatie. Je hebt dus ook zuurstof nodig. De scheikundige formule voor zuurstof is O₂.

Na de pijl ontstaat er water, zoals je zelf al aangaf bij de eerste post. Deze formule is H₂O.

Nu je dit weet, weet je wat er voor en wat er na de pijl komt.

H₂+O₂-->H₂O
Je hebt nu links van de pijl 2 waterstofatomen en 2 zuurstofatomen, rechts heb je echter maar één zuurstofatoom en twee waterstofatomen. Probeer dus nu de reactievergelijking kloppend te maken.

Nog iets :$, ik moest berekenen hoeveel kg water er nu ontstaat, maar wat is het antwoord dan? Gewoon die formule? Maar dat is toch geen kg?

[mathfreak]

Uit de reactievergelijking volgt dat 4 g H₂ en 32 g O₂ 36 g H₂O levert. Je weet hoeveel kg H₂ je hebt. Je weet dan ook hoeveel kg H₂O je dan hebt.

your'emyangel schreef:

Okee, tsjaa deze vraag stond op een proefexamen ik dacht in die van 2010 ik heb ook geen idee of het kan ;p

Hmm, naja, zal wel aan mij liggen.

your'emyangel schreef:

Nog iets :$, ik moest berekenen hoeveel kg water er nu ontstaat, maar wat is het antwoord dan? Gewoon die formule? Maar dat is toch geen kg?

Je hebt het gewicht van waterstof (0,42 kg) en je hebt de reactievergelijking:
2H₂ + O₂ --> 2H₂O

Er is 0,42 kg H₂. Wat wil je weten? Het gewicht van het reactieproduct water, H₂O dus.
Nu moet je de massaverhouding tussen deze twee stoffen berekenen. Hoeveel kg water ontstaat er uit 1 kg H₂? De molmassa van H₂ is 2 g/mol. De molmassa van H₂O is 18 g/mol. Deze waardes vind je terug in je Binas. In de reactievergelijking heb je evenveel moleculen H₂ als moleculen H₂O, dus de massaverhouding blijft 18/2 = 9. Uit 1 kg waterstof ontstaat bij verbranding dus 9 kg water.
Je hebt 0,42 kg waterstof, dus: 9 * 0,42 = 3,8 kg water.

Snap je het?

TythorZeth schreef:

Hmm, naja, zal wel aan mij liggen.

Je hebt het gewicht van waterstof (0,42 kg) en je hebt de reactievergelijking:
2H₂ + O₂ --> 2H₂O

Er is 0,42 kg H₂. Wat wil je weten? Het gewicht van het reactieproduct water, H₂O dus.
Nu moet je de massaverhouding tussen deze twee stoffen berekenen. Hoeveel kg water ontstaat er uit 1 kg H₂? De molmassa van H₂ is 2 g/mol. De molmassa van H₂O is 18 g/mol. Deze waardes vind je terug in je Binas. In de reactievergelijking heb je evenveel moleculen H₂ als moleculen H₂O, dus de massaverhouding blijft 18/2 = 9. Uit 1 kg waterstof ontstaat bij verbranding dus 9 kg water.
Je hebt 0,42 kg waterstof, dus: 9 * 0,42 = 3,8 kg water.

Snap je het?

Jeps, ik snap hem helemaal nu !
Ik had trouwens nog nooit van molmassa gehoord,
dus mijn laatste vraagje: op welke blz van de binas staan deze waarden? :$
kan het niet zo snel vinden.

Molmassa is een afkorting van molaire massa. Heb je daar wel al eens van gehoord? Als dat niet zo is dan is het namelijk vreemd dat je wel zulke vragen krijgt. De molmassa vind je in tabel 98 van de binas, maar die kun je ook zelf uitrekenen aan de hand van het periodiek systeem.

your'emyangel schreef:

Jeps, ik snap hem helemaal nu !
Ik had trouwens nog nooit van molmassa gehoord,
dus mijn laatste vraagje: op welke blz van de binas staan deze waarden? :$
kan het niet zo snel vinden.

- knip -
Uomi was me voor.

Uomi schreef:

Molmassa is een afkorting van molaire massa. Heb je daar wel al eens van gehoord? Als dat niet zo is dan is het namelijk vreemd dat je wel zulke vragen krijgt. De molmassa vind je in tabel 98 van de binas, maar die kun je ook zelf uitrekenen aan de hand van het periodiek systeem.

Hm, dus dat is dat niet de relatieve atoommassa?
de molaire kan ik niet vinden in mijn binas want tabel 98 bestaat niet in deze binas :/

Weet je zeker dat tabel 98 niet in de binas staat? (Welke binas heb je?) Bij mij staat die achter de trefwoordenlijst, net voor het periodiek systeem.
En relatieve atoommassa is wel iets anders dan molaire massa, want relatieve atoommassa druk je uit in u en molaire massa in g/mol. Qua waarde is het geloof ik wel hetzelfde, maar het zou fijn zijn als iemand anders dit nog even kan bevestigen.

Uomi schreef:

Weet je zeker dat tabel 98 niet in de binas staat? (Welke binas heb je?) Bij mij staat die achter de trefwoordenlijst, net voor het periodiek systeem.
En relatieve atoommassa is wel iets anders dan molaire massa, want relatieve atoommassa druk je uit in u en molaire massa in g/mol. Qua waarde is het geloof ik wel hetzelfde, maar het zou fijn zijn als iemand anders dit nog even kan bevestigen.

Ja, mijn binas gaat maar tot tabel 41.
Ik heb er een van Noordhoff wolters vmbo-kgt, maar voor het periodiek systeem staan isotopen en lijst van atoomsoorten waarbij ook de relatieve atoommassa enz.. staan maar de molaire staat er niet.

Dan zou ik deze vraag bij je leraar navragen, want ik weet eigenlijk helemaal niet zeker of je wel moet kunnen rekenen met mol en molaire massa voor het vmbo-t examen.

your'emyangel schreef:

Ja, mijn binas gaat maar tot tabel 41.
Ik heb er een van Noordhoff wolters vmbo-kgt, maar voor het periodiek systeem staan isotopen en lijst van atoomsoorten waarbij ook de relatieve atoommassa enz.. staan maar de molaire staat er niet.

Dat kan heel goed kloppen, dan krijg je dat niet op VMBO. Vergeet die hele mol maar, en gebruik de relatieve atoommassa voortaan.

TythorZeth schreef:

Dat kan heel goed kloppen, dan krijg je dat niet op VMBO. Vergeet die hele mol maar, en gebruik de relatieve atoommassa voortaan.

Oh okeey, stom dat dat op het examen van 2010 staat... maarja bedankt (:

your'emyangel schreef:

Oh okeey, stom dat dat op het examen van 2010 staat... maarja bedankt (:

Nee het kwam door mij
Ik had relatieve atoommassa moeten zeggen. Alleen omdat het op het VWO altijd over mol gaat, dacht ik automatisch aan de molmassa. Het is trouwens bijna precies hetzelfde, vandaar, maar in deze opgave hoor je gewoon de relatieve atoommassa te gebruiken, wat je dus wél hebt gehad op school

[mathfreak]

Uomi schreef:

ik weet eigenlijk helemaal niet zeker of je wel moet kunnen rekenen met mol en molaire massa voor het vmbo-t examen.

Nee, het molbegrip en het molaire massabegrip worden uitsluitend bij het havo en het vwo behandeld. Voor het vmbo-t is alleen kennis van het begrip relatieve atoommassa vereist.

Wat is eigenlijk precies het verschil? Behalve de eenheid waarin ze worden uitgedrukt?

[mathfreak]

De relatieve atoom- of molecuulmassa wordt altijd in u uitgedrukt, terwijl de molmassa in gram per mol wordt uitgedrukt. Hoewel de atoommassa-eenheid u bij het vmbo-t wel genoemd wordt, wordt er verder geen nadere definitie van gegeven, terwijl dat voor havo en vwo wel het geval is. Tot eind jaren '80 maakte het molbegrip overigens wel deel uit van de mavostof scheikunde volgens het Rijksleerplan.

TythorZeth schreef:

Nee het kwam door mij
Ik had relatieve atoommassa moeten zeggen. Alleen omdat het op het VWO altijd over mol gaat, dacht ik automatisch aan de molmassa. Het is trouwens bijna precies hetzelfde, vandaar, maar in deze opgave hoor je gewoon de relatieve atoommassa te gebruiken, wat je dus wél hebt gehad op school

haha okee !