Hallo,
kan iemand mij aub helpen met het volgende:
De vragen luiden:
- bevat deze alinea vooral feiten of meningen?
- wat is de belangrijkste functie van deze alinea? (vaststelling, constatering, tegenstelling, gevolgen, toelichting)
De tekst is ten eerste een betoog dus doelt de schrijver erop dat men zijn mening overneemt. De hoofdgedachte is (van de complete tekst): Europa verklaart de oorlog aan overgewicht.
Alinea:
''En luilekkerland bestaat nog steeds. In elke cultuur is er een onderstroom waar de liefde nog altijd door de maag gaat, voeding boven alles. Maar de aristocratie heeft altijd geprobeerd zich hiervan te onderscheiden. De stofwisseling moest naar de achtergrond en diende plaats te maken voor een meer verfijndere vorm van lustervaring.''
Bij de eerste vraag dacht ik gelijk aan meningen, maar de docent geeft als antwoord feiten, kan iemand dit nader toelichten?
Bij de tweede vraag is het antwoord 'constatering' waarom?
Ik heb morgen een toets hierover dus als iemand zo vriendelijk zou willen zijn.
Vééél dank.
|