Haar armen hangend over haar knieën terwijl ze zittend op de sofa haar hoofd naar beneden buigt.
Ik kijk naar haar maar mijn blik voelt ze niet.
Totaal opgesloten in haar wereld.
Alhoewel...zit zij opgesloten of ben ik buitengesloten?
Haar paarse gezicht, niet te zien, glansd binnen haar barričre.
Haar haar stug, onbeweeglijk en dood.
Alles om me heen, een verdorven plek.
Alles om haar heen, niets, weg en nooit geweest.
Droevig en alleen sluip ik weg van de plek wat niets meer is dan een vergrijsde herinnering.
Zij blijft daar, daar waar ik niet komen kan.
|