Historiek
Morfine is een alkaloïde of natuurlijk bestanddeel van opium. Het is dus rechtstreeks afkomstig uit de opium. Het werd in 1803 door de Duitse farmacoloog SERTURNER geïsoleerd uit opium. Het produkt werd genoemd naar de Griekse god van de slaap "Morpheus". Er is 10 kg. opium nodig om 1 kg morfine aan te maken.
Voorkomen
Pure morfine komt voor als een wit, witgeel tot bruin dons, vlokkig poeder. Morfine wordt ook dikwijls aangetroffen als geelbruine tot roodbruine blokken met het getal "999" op. Op dergelijke morfine blokken vinden we ook vaak de afbeelding van een heilige olifant. Morfine komt ook voor als een heldere, kleurloze vloeistof in ampullen of in tabletvorm (dit is dan meestal de medicinale vorm).
Het gebruik
Morfine wordt vooral in de medische sector aangewend als een krachtig pijnstillend middel en als roesmiddel om terminale patiënten het sterven zachter te maken. Morfine wordt meestal geïnjecteerd doch het kan ook oraal of rectaal ingenomen worden (zetpil). Morfine kan ook worden verhit , waarbij de dampen geïnhaleerd worden (chinezen).
Morfine heeft een bittere smaak.
De effecten
Morfine is een krachtig verdovend middel dat een intense lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid ontwikkelt. Er ontwikkelt zich eveneens een tolerantie. De effecten duren 3 tot 6 uur.
Bij het gebruik treden volgende effecten op :
- Euforie en gelukzaligheid.
- Verminderd ademhalingsritme en hartslag.
- Slepende spraak.
- Zoete droombeelden.
- Weldadige schemertoestand.
- Grijze verkleuring van de lippen.
- Coördinatiestoornissen.
- Pijnstillende werking.
- Sterk vernauwde pupillen.
- Alle problemen vallen weg.
Daar er zich een lichamelijke afhankelijkheid tegenover de morfine ontwikkelt, treden bij tekort of gebrek aan de drug volgende onthoudingsverschijnselen op :
- angst en onrust;
- lopende neus en tranende ogen;
- zweten en rillen, klam aanvoelende huid, kippevel;
- extreem veel geeuwen;
- niezen;
- hoofdpijn;
- slapeloosheid;
- buikkrampen;
- verhoogde ademhaling en hartslag.
- wijde pupillen.
- diarree
Bij een langdurig gebruik kan men bij de gebruiker volgende verschijnselen zien :
- geelgrauwe verkleuring van de huid;
- verbrokkelde nagels;
- huiduitslag;
- vermagering.
Bij het opnieuw innemen van de drug of bij toediening van een vervangingsmiddel verdwijnen deze nevenverschijnselen. In onze drugscène komt morfineverslaving zelden voor. Soms wordt deze verslaving eens vastgesteld bij personen die langdurig werden behandeld met morfine of bij personen die gemakkelijk toegang hebben tot het middel zoals artsen of verplegend personeel. Soms duikt het middel eens op na bijvoorbeeld inbraak in apotheken, ziekenhuizen of bij artsen.
Er zijn verder voor het gebruik in de geneeskunde een reeks zware pijnstillers met morfine-achtige werking ontwikkeld zoals dolantine, palfium, pethidine, depronal, fortal, valtran, burgodin, temgesic enz...
|