wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen,
hoeveel ik van je hield.
vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt,
en uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
vertel het aan de huizen,
vertel het aan de stad,
vertel hoe lief ik je had.
maar vertel het aan geen mens,
ze zouden het niet geloven,
ze zouden niet geloven dat,
alleen maar een man,
alleen maar een vrouw.
dat een mens een mens zo liefhad,
als ik jou...
ik heb dit gedicht niet zelf geschreven,
maar ik vind het heel mooi! en misschien
dat mensen er iets aan hebben.
|