Ein krijgt als mannelijk lidwoord de uitgang -en, en het mannelijk lidwoord der wordt vervangen door den. Bij het vrouwelijk lidwoord eine of die en bij het onzijdig lidwoord ein of das verandert er verder niets. Als je een mannelijk lidwoord in de vierde naamval hebt staan krijgt het bijvoeglijk naamwoord dat er op volgt de uitgang -en. Als er voor het bijvoeglijk naamwoord een vrouwelijk of onzijdig lidwoord in de vierde naamval staat krijgt het bijvoeglijk naamwoord dezelfde uitgang als in de eerste naamval. Bij het meervoud heb je in de vierde naamval dezelfde situatie als in de eerste naamval. Zie verder de verbuigingsschema's voor de der- en de ein-Gruppe.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|