De oorzaak van het feit dat alle benzinefabrikanten zo'n systeem hebben is vrij simpel. Er is één ooit mee begonnen, dat is gewoon voortgekomen uit het streven naar differentiatie. Benzine is een homogeen produkt, dat wil zeggen dat het voor de automobilist geen donder uitmaakt of zijn auto op Shell, BP of Q8 benzine rijdt. Er moeten dus andere manieren gevonden worden om je als benzinefabrikant te onderscheiden.
Één van die manieren is zo'n spaarsysteem. Wie benzine van merk A koopt, spaart voor mooie artikelen! Natuurlijk volgden de overige producenten al snel, omdat het natuurlijk een goede manier is om je eigen produkt te onderscheiden van de rest. Daar heb je de eerste P al (produkt). n.b. ik spreek hier van 'produkt', daarmee doel ik op het produkt benzine samen met de promotiecampagne. Benzine an sich is niks, dus de promotie bepaalt voor het grootste gedeelte het produkt. Misschien is het wel beter om van een dienst te spreken, hoewel dat economisch niet helemaal juist is.
Het woord kartel vind ik niet zo heel mooi - ik gebruik liever de term horizontale prijsafspraken, een term afkomstig uit het mededingingsrecht van de EG. In hoeverre afspraken hebben geleid tot het gebruik van zegeltjessystemen door álle producenten durf ik niet zozeer te zeggen. In de economische theorie zullen namelijk alle producenten en detaillisten sowieso wel gevolgd zijn nadat er één begonnen is met zo'n systeem, daarvoor zijn geen afspraken nodig. Het is gewoon een kwestie van aanpassen, volg je zo'n trend niet, dan prijs je jezelf uit de markt.
Wat betreft die marketingmix (argh, gruwelijk woord!) is het vrij simpel. De vier P's (prijs, produkt, plaats, promotie) kunnen op verschillende manieren gebruikt worden om benzine te differentiëren van andere producenten. Of de voorbeeldjes die ik nu ga geven overeenkomen met de werkelijkheid moet je zelf maar even uitvogelen):
Prijs - dit is vrij simpel, de automobilist zal het liefst een zo laag mogelijke prijs betalen voor zijn benzine. Het merk dat de goedkoopste benzine levert (en daarbij een vergelijkbare kwaliteit en service heeft als andere merken) zal meer verkocht worden.
Produkt - dit zijn alle modaliteiten in het produkt zelf en zijn verpakking. Denk aan 'gewone' benzine versus loodvrije, minder belastende voor het mileu, Euro98-benzine e.d. Dat kan een reden zijn om voor dat speciale(re) produkt te kiezen. Ook is verpakking een modaliteit van het produkt, hoewel benzine zich nogal moeilijk laat verpakken, dus dat is hier niet echt relevant.
Plaats - spreekt eigenlijk vanzelf, de plaats waar het produkt verkocht wordt is van belang. Hieronder valt ook de manier waarop het distributiesysteem is opgezet - verkopen we onze benzine alleen bij gecertificeerde verkooppunten of laten we elke pomphouder op de hoek onze benzine leveren? Willen we een keurmerk daarvoor? In welke steden en langs welke afritten van welke snelwegen plaatsen we de pompstations? Dat zijn allemaal factoren die het koopgedrag sturen.
Promotie - ook simpel, reclame dus. Benzine is een homogeen produkt, dat wil zeggen dat in zichzelf alle benzine hetzelfde is. De verschillen zitten 'm dus in de promotie en de bijkomende service, zoals zegeltjes en een pomp-shop waar je broodjes en drinken kunt kopen. Ook een car-wash is promotie, hoewel te twijfelen valt of dat onder promotie of onder produkt valt (als je produkt leest als het geheel van de benzine en de bijkomende diensten, zoals ik hierboven uitlegde). Reclamecampagnes van Shell, BP, Brand Oil en dergelijke maken de promotie van een produkt uit.
|