Ik moet dus een poeziewerkstuk maken, dat houdt in dat je een bepaalde dichter op zoekt, een thema uitzoekt, hoofdgedicht bepaald en dat weer helemaal gaat analyseren.
Een opdracht zeg maar is dat je kijkt naar 'parafrase'
Nu heb ik dus echt geen idee wat dat is en wat ik daar precies mee moet doen. Ik vroeg me af of iemand mij zou kunnen helpen hiermee?
Dit is het gedicht:
Droom
Ik woonde in een speelgoedstolp van glas
Zo’n bol waarin het sneeuwen gaat in dikke
En trage vlokken, als een kind hem pas
Heeft omgedraaid. Dat was me even schrikken.
Het gras stak stil en hoog boven mij uit.
De lucht was blauw geverfd. Ik zag het tikken
Van iemands vinger, zonder een geluid.
Er waren sterretjes, als speldenprikken.
Toen werd ik wakker. Languit in het gras
Zal ik de blauwe hemelkoepel trillen,
De sterretjes nog steeds oneindig klein.
Een wind stak op. Het gras begon te rillen.
En ergens klonk, niet ver van waar ik was,
Het huilen van een hogesnelheidstrein.
Alvast onwijs bedankt!