Een droom die ik gister had
Stof
In mijn dromen sterven mensen
Door mij, dood ik mensen
Ze vergaan tot stof,
vanaf het moment dat ik ze aanraak
Tijdens een laatste schreeuw van pijn
gooien zij hun hoofd achterover
en vanaf mijn hand,
worden ze grijs
Hol, enkele delen nog zichtbaar
als grijze draden
Waarna de holte binnenin hen ineenstort
en het laatste dat ik van hen zie
een van angst vertrokken gezicht is
En dan komen de stemmen
Volkomen onzinnig
beginnen de stemmen te praten
stemmen van bekenden,
praten verzonnen woorden
in zinnen waarin ze niets zeggen
Ze doen alsof het normaal klinkt
En ze weten waar ze het over hebben
Maar al die stemmen door elkaar
met hun zinloze geklets
maken me bang, omdat ik ze nooit gehoord heb
Bekenden van me spreken
verzamelingen van woorden, die geen zin vormen
In de verte, door elkaar, altijd bezig
Met praten over niets,
Hun hobby, mij doen denken
Dat er iets mis is met me
Dat ik daarom mensen vermoord in mijn dromen
Natuurlijk is het onzin
Zij vertellen niets
dan onsamenhangende verhalen
in een verzonnen taal
Maar toch, langzaam maar zeker
Raak je ervan doordrongen
En vraag je je af
Kramen ze onzin uit? Is het wartaal?
Spreken ze de waarheid?
Nee, ze slaan “waartaal” uit
Ze verkondigen de werkelijkheid
op hun eigen zieke manier
En dat ik ze kan begrijpen
Dat kan niet goed zijn
|