Het zachte kraken van mijn rotan stoel 
het diepe duister waar ik heuvels weet 
en ook hun kracht van overdag weer voel 
zoals mijn kinderkleurpotlood al deed 
nog voor ik ooit echt heuvels had gezien 
laat staan de rondingen van vrouwenlijven 
een kunstje, een cliché: Zo'n boog of tien 
1 links 1 rechts, gedachtenloos als schrijven 
Van alle kleur, geluid en geur, gedoofd 
voor nu, maar morgen weer volmaakt aanwezig 
maak ik een foto in mijn achterhoofd 
voor later als ik, uitgeteerd en pezig 
met weinig anders dan mijn sterfbed bezig 
weer weten moet waarin ik heb geloofd
Ik= internationalist, die zo uit gaat loggen en weer in gaat loggen 
