Ik heb geen flauw id met de molecuultheorie, maar omgekeerd evenredig snap ik wel (denk ik

):
Omgekeerd evenredig betekent dat als het ene zoveel stijgt, dat het andere dan zoveel daalt en omgekeerd. Een voorbeeldje:
Er zijn twee watertonnen, ton A en ton B. Ze zijn op elkaar aangesloten en er is verder geen andere toevoer/uitgang. Er zit 25 liter water in ton A en 30 liter in ton B. Er gaat 10 liter uit ton B. Hoeveel zit er nu in ton A?
Antwoord: 35 liter. Het water moet namelijk tussen de tonnen overgeheveld worden (geen andere toevoer/uitgang). Als er X liter uit ton B gaat, zal dat dus wel in ton A moeten belanden.