Hoge bomen
-“Wat ziet ze er weer mooi uit vandaag, he?” Zucht. Er is altijd één meisje de mooiste. Waar je ook komt. Één is de knapste, en zij krijgt de meeste aandacht-
Schoonheid is niet zo subjectief als menig meninggevers doen laten denken. Iets IS mooi, en daar gaat niemand tegenin. Maar voor mij geldt het niet. Ja, ik ga mee met alles en iedereen. Maar nee, ik kijk niet op tegen ogenschijnlijke mooisten. Mijn ogen vallen op een meisje, daar, op dat bankje. Ze zit alleen en in elkaargedoken, maar toch weet ze mij volledig in haar ban te zitten. Niemand kent haar, en niemand heeft daar behoefte aan. Ik ook niet, ik kijk alleen. Het is goed zo, dit beeld. Ik sta precies ver genoeg om het te laten lijken alsof ik geïnteresseerd ben in roodgeverfde bankjes. En ik sta tegelijkertijd precies dichtbij genoeg om te kunnen zien dat haar onopgemaakte ogen meer spreken dan die van alle hippo’s bij elkaar.
Ik weet dat het in het leven niet om uiterlijk draait, maar het oog wil ook wat, niet waar? En zij is zó mooi. Zó mooi! Ze is niet veel, daar ben ik heel eerlijk in. Ze doet ook niets. Je hoort haar niet, je ruikt haar niet en je ziet haar niet. Alleen ik. En ik vind haar mooi.
Ik zal dit nooit durven zeggen. Tegen jou niet, tegen haar niet en zelfs niet tegen mezelf. Ik accepteer niet dat zij zo is. Dat zij zo is en ik niet. Dat zij zo is, en ik de enige ben die haar waardeerd. Ik accepteer het beeld niet dat ik niet geaccepteerd wordt omdat ik tegen haar opkijk.
Maar zij blijft zij...
Al iets duidelijker?
__________________
een beetje vreemd...
|