Ander soort column dan ik normaal schrijf:
Google zet bij zijn zoekresultaten altijd een vindtijd: 0.14 seconden, zoiets. Wat verwachten ze? Applaus?
Het is alsof de site wil laten zien hoe superieur hij is aan andere zoekmachines, zoals mensen die op feesten binnenstappen en zeggen: ‘Jee, we wisten helemaal niet waar het was. Maar we waren er zo, in een handomdraai, haha!’
Ik erger mij aan die nonchalance, omdat hij vaak gespeeld is. Je hebt zeven routebeschrijvingen van het internet gedownload, lul, denk ik dan.
Ik heb meer sympathie voor iemand die te laat komt, zijn excuses maakt en zegt: ‘Haha, serieus: ik zat helemaal aan de verkeerde kant van de stad. Ik wist niet eens dat dit deel bestond!’
Sowieso is de charme van het zoeken vele malen groter dan die van het vinden. De verhalen van een zoekend persoon zijn ook mooier. In China zochten mijn vader en ik in de achterwijken van Peking naar een kantoor waar we onze treintickets moesten afhalen. Zonder kaart liepen we door straten met onleesbare straatnamen, terwijl niemand ons de weg kon wijzen, want niemand sprak Engels. We werden huizen ingetrokken, waar thee voor ons werd ingeschonken, maar dat wilden we niet! We moesten het kantoor vinden!
Uiteindelijk slaagden we daarin. Het bleek een aftands gebouw, gesloten zelfs. We hadden er uiteindelijk twee uur over gedaan het te vinden. Dat is toch mooier?
Mensen die alles altijd weten te vinden, missen de mooiste tijd van hun leven. Aan de andere kant: zouden ze het vertellen als ze iets niet vinden? Google zwijgt toch immers ook over de zoektijd bij 0 zoekresultaten?
|