|x-1|<=1/3
Dus:
2/3 <= x <= 4/3
Dan de ongelijkheid:
|x-1|3/8 <=|((x²+1)/(x+2))-2/3|<=|x-1|/2
|((x²+1)/(x+2))-2/3| =
|((x²+1)-2/3(x+2))/(x+2)| =
|(x²-2/3x-1/3)/(x+2)| =
|(x-1)(x+1/3)/(x+2)| =
|x-1|*|(x+1/3)/(x+2)|
Er kan dus gedeeld worden door |x-1|. De ongelijkheid is nu dus:
3/8 <=|(x+1/3)/(x+2)|<=1/2
Op het interval: [2/3,4/3]
Verder met de ongelijkheid:
3/8 <=|(x+1/3)|/|(x+2)|<=1/2
3/8|x+2| <=|x+1/3|<=1/2|x+2|
Omdat de verbanden (|x+2| en |x+1/3|) lineair zijn, en de functies (x+2) en (x+1/3) op het interval positief zijn, is het voldoende om alleen de eindpunten te vergelijken.
Voor x = 2/3:
3/8*|x+2| = 1
|x+1/3| = 1
1/2|x+2| = 4/3
In dit punt geldt dus:
3/8|x+2| = |x+1/3| <1/2|x+2|
Voor x = 4/3
3/8*|x+2| = 5/4
|x+1/3| = 5/3
1/2|x+2| = 5/3
In dit punt geldt dus:
3/8|x+2| < |x+1/3| = 1/2|x+2|
Vanwege lineairiteit kan |x+1/3| niet op een ander punt 1 van de grafieken doorsnijden. En hiermee is dus de ongelijkheid aangetoond.
|