Dansend op de notenbalk
van de a tot de hoge d,
springend van octaaf naar octaaf
en met mijn ogen dicht,
voel ik de zwoele warmte
in een druppeltje
langs mijn rug.
Met de opzwepende trillingen
verschuift de aarde
van links naar rechts,
en met je zachte handen
rustend op m'n heupen,
krietelt (kriebelt of kietelt) mijn haar
je mooie snoet.
Eeuwigheid is een vaag begrip,
toch zou ik het nu graag ervaren,
al
s is het maar voor even,
totdat ik weer zit.
Ik vind het een beetje vaag gedicht. Ik snap er niet veel van. Al helemaal niet van de laatste zin, totdat ik weer zit. Ik snap niet wat dat met het gedicht te maken heeft? Net als die notenbalk, wat heeft dat voor betrekking tot het gedicht?
Verder heb ik twee foutjes aangegeven. Weet je niet of je dat expres zo hebt gedaan, maar ik bleef er in ieder geval op haken.
Van wat ik van het gedicht snap vind ik het wel ok.