In het donker liep een man, hij had een onbekende, naargeestige verschijning, een enkeling merkte hem op, maar nam geen notitie van hem, hadden zij dat wel gedaan, dan zou die persoon zich verschrikkelijk benauwd hebben gevoeld.
De man was dun en oud, hij leek verschrompeld door het donker, het gevolg daarvan was dat het leek alsof de schaduw van het duister hem opslokte en omsingelde, zoals het alleen bij enge mannen in duistere legendes gebeurt.
In zijn hand had hij iets omklemd, iemand die de man zou hebben besprongen zou het voorwerp niet kunnen zien. Alleen demonen of duistere tovenaars hadden ogen die dit gruwelijke voorwerp konden zien en afpakken. De man taste in het duister rond, in de hoop een spoor van een pad te zien, hij zag niets en het niets zag hem.
De man had een betovering om zich heen, de normale mensen zagen hem als een schim, maar de vrouwen van adel zagen hem als een nobele prins. Soms dachten de vrouwen dat hun ogen hen bedrogen, andere keren werden ze gelijk verliefd op de gedaante van de oude man. Een enkele keer, wanneer een vrouw echt verliefd was op een andere man, kon ze zijn dekmantel ontmaskeren, maar dat gebeurde maar zelden. De andere keren nam de man beslag van hun geest en de vrouwen waren verdoemd, naar de verdoeming van de edele vrouwen te kijken, die de man in zijn bezit nam .
Op een dag zag hij met zijn schaduwogen, een mooie jonge edele vrouw, maar zij lette niet op hem, ze dacht dat haar ogen haar bedrogen. Ze liep door naar het dorp dat ze voor haar zag opdoemen.
Maar de man had haar opgemerkt en hij wilde haar. Haar gevoel van vrolijkheid was verschrikkelijk aanstekelijk. Hij kon misschien niet zien hoe ze er in het echt uit zag, doordat hij zijn zicht had afgestaan, om het geestesoog te krijgen, maar alle andere zingtuigen had hij wel en die waren scherper geworden door de jaren heen. Met zijn geestesoog zag hij haar geest naderen, de man deed zijn ogen open in de richting van het meisje. Deze zag de knappe man dichter bijkomen, zo dichtbij dat zij zijn adem op haar mooie gezichtje kon voelen. Ze draaide zich om, ze wilde in zijn ogen kijken, ze werd verzwolgen door het steeds groter wordende geel en witte licht dat uit zijn ogen scheen te komen. Ze wilde weg rennen, maar ze kon het niet, ze wilde schreeuwen, maar haar stem scheen het niet te doen, ze kon alleen nog kijken. Kijken in het verzwelgende licht, dat haar gewelddadig meenam. Ze probeerde zich nog één keer te verzetten en tot haar verbazing gaf zij de man een klap in zijn gezicht. Toen hij een moment zijn ogen dicht deed en het licht daarmee dempte, rende zij weg, weg voor haar leven, die een risico liep zoals zij wist.
Het schone meisje rende en belande bij het dorp, waar haar verloofde woonde. Toen deze haar naderen, badend in het zweet, met een hevige schrik op haar gezicht getekend. Wapende hij zich en rende op de man af, terwijl hij hem doorkliefde met zijn zwaard, kwam er een pastoor die de verloofden op dit moment huwde, zodat het kwaad hen niet meer kon scheiden……..
Dit is mijn eerste verhaal ooit geschreven, nou oke niet allereerste, met kleine domme verhaaltjes van mijn kindertijd meegerekend. Maar ik dacht, iedereen stuurt altijd verhalen op & laat ik deze nou nog hebben, ik zou graag willen weten wat jullie ervan vinden. Oke, nou ik hoop op reacties.
Doei, veel leesplezier